GEMEENTE BREDA Geheime raadsvergadering, gehouden op woensdag 13 november 1963. De voorzitter zegt, dat het de bedoeling van deze informale vergadering is de raad in te lichten omtrent de stand van zaken met betrekking tot de muziekschoolaffaire. V/ethouder Bastiaensen zegt, dat het college van de raad mandaat gekregen heeft om te trachten overeenstemming te bereiken met het muziekschoolbestuur over de oprichting of instandhouding van een particuliere stichting, waar van de bestuursleden benoemd worden door de raad. Voor het schoolbestuur lag deze grens te ver, evenals voor de commissaris der Koningin. Voor de commissaris der Koningin is dit aanleiding geweest een nieuwe bespreking te arrangeren op 19 november a.s. Hij heeft ook een proeve van statuten als onderhandelingsbasis opgesteld. Deze statuten komen er op neer, dat er een particuliere stichting komt, waarvan het bestuur zal bestaan uit 9 leden. Van deze 9 leden worden er 5 benoemd door het zittend schoolbestuur en 4 door het gemeentebestuur, zonodig in overleg met het schoolbestuur. Het college is van mening, dat deze laatste bepaling beter had kunnen luiden: "gehoord het bestuur". De leden treden om de vijf jaar af en de leden raadsleden treden af op het tijdstip, waarop hun zittingsperiode eindigt. De leden zijn direct herkiesbaar. Daarnaast moet een dagelijks bestuur, bestaande uit 4 leden, worden aangewezen. De directeur wordt door de gemeenteraad benoemd uit een voordracht van 2 personen, welke door het stichtingsbestuur is opgemaakt. Dit voorstel van de commissaris der Koningin gaat uit boven het mandaat van burgemeester en wethouders en daarom wordt een machtiging verzocht met het voorstel van de commissaris der Koningin als basis de onderhan delingen met het bestuur voort te zetten. De heer Broeders herhaalt het door de wethouder reeds weergegeven voor stel van de commissaris der Koningin. Hij vraagt zich verder af of er geen dagelijks bestuur zal moeten blijven bestaan, omdat de lopende zaken toch moeten worden afgedaan. De proeve is door zijn fractie bepaald niet met gejuich ontvangen. Bij het begin van deze affaire waren er in zijn fractie twee standpunten t.w.: a. gemeentelijke stichting en indien dit niet mogelijk zou blijken een gemeentelijke school; b. particulier instituut maar dan met integratie van invloed van de raad. Spreker is altijd van mening geweest, dat een particulier instituut niet mogelijk is, ondat dit te veel steunt op particuliere personen. De belangen zijn daarvoor te groot zegt hij en hij denkt daarbij aan vestiging van een nieuwe school en uitbreiding daarvan in de toekomst. Gedreven door de gedachte, dat het heel wat waard moet zijn om tot een oplossing te komen is de raad akkoord gegaan met de handhaving van een particuliere stichting, waarvan de leden deels door het bestuur en deels door de raad worden benoemd. Spreker kan best met het voorstel om het huidig bestuur in tact te laten meegaan, doch het gaat hem te ver dat 5 leden van het bestuur door coöptatie worden benoemd. Het voorstel houdt wel een afzwakking van het coöptatie-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 675