-4- secretaris-penningmeester en 2 leden, waarvan één lid benoemd wordt door de raad. Het door de heer Van Caulil gedane voorstel is te ingewikkeld en daarom niet acceptabel meent spreker. Bovendien is 3 3 6, zodat de mogelijkheid van het staken van stemmen niet uitgesloten is. Hij benadrukt nogmaals, daff^niet de bedoeling is bepaalde personen te diskwalificeren. Wel heeft hij in het verleden gezegd, dat de muziekschool niet waardig is voor Breda. In het voorstel van de commissaris der Koningin acht hij goede mogelijkheden aanwezig om te komen tot een goede school. De heer Broeders vindt het tegenxroordige bestuur geen essentiële zaak en wil het voorstel hieromtrent volledig accepteren. De wethouder vindt de verhouding 5 4 een essentiële zaak. Dit houdt in dat coöptatie hoofdzaak moet blijven. De benoeming van de directeur acht hij voor de raad een moeilijke zaak. Hij meent "Hat men het bestuur volledig bestuur moet laten zijn d.w.z. ook t.a.v. de benoeming van de directeur. Hij blijft bezwaar houden tegen de gewrongen constructie. Wethouder Bastiaensen zegt, dat benoeming van het personeel namens de raad ook goed is om het te laten genieten van de voordelen van de pensioenwet. Door de commissaris der Koningin is de directeurspositie uitdrukkelijk aan de raad voorbehouden, omdat de directeur het muziekonderwijs moet geven en omdat hij weet hoe de situatie thans is. De heer Vis meent dat het zaak is zo snel mogelijk tot een oplossing te komen. Voor een groot gedeelte kan hij met de argumenten van het college meegaan. Persoonlijk is hij geneigd het college de volle vrijheid te geven om te onder handelen. •1st de personeelsbenoeming betreft zegt spreker, dat deze constructie ook voortkomt in de n.o.-wet, waarin bepaald is dat benoemingen door particuliere stichtingen zijn onderworpen aan de goedkeuring van de minsiter. Wellicht zou deze mogelijkheid achter de hand kunnen worden gehouden. De heren Kroon en v.d. Werff achten het noodzakelijk tot een oplossing te komen en gaan er mede akkoord, dat het college op basis van het voorstel van de commissaris der Koningin tracht tot een oplossing te komen. Wethouder Bastiaensen ziet in de suggestie van de heer Vis een mogelijkheid om achter de hand te houden. De heer 3ary acht de 5 4 verhouding in het bestuur een grote moeilijkheid, temeer waar de thans zittende leden door coöptatie tot in de eeuwigheid zitting zullen hebben. Hij vraagt of het zin heeft te bepalen in het huishoudelijk reglement, dat de besluiten met een gekwalificeerde meerderheid moeten worden genomen. Jethouder Bastiaensen meent, dat als overeenstemming bereikt wordt over essentiële punten, het huishoudelijk reglement in overeenstemming moet zijn met dat wat gebruikelijk is bij particuliere stichtingen. Als de suggestie van de heer Bary zou worden gevolgd, zou de controverse weer naar voren ge haald worden meent spreker. Hij zegt dat volkomen te goeder trouw dient te worden gehandeld. De heer Van Gisbergen gaat akkoord met een onderhandeling op de door de commissaris der Koningin aangegeven basis. Wil het bestuur de benoeming van de directeur dan moet zij ook akkoord gaan met benoeming van de leden in de 4 5 verhouding als door hem voorgesteld. Jethouder Bastiaensen zegt, dat gemeente verplicht is uit te gaan van het voorstel van de commissaris der Koningin. Ten aanzien van de directeursbenoeming is er nog de uitwijkmogelijkheid als door de heer Vis gesuggereerd De heer Vis zegt geen bezwaar te hebben de gevraagde machtiging te verlenen. Hij hoopt op het totstand komen van een compromis ter voorkoming van een Kroon-uitspraak op het vroeger door de raad genomen besluit. Hierna sluit de voo£zi%tërjï§r.vergadering te 18,4.0 uur. 3,4.0 uur. t r .e_ secretaris4ie voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 678