74
13 FEBRUARI 1963.
standers van het openbaar en het neutraal onderwijs, niet op eigen
kracht tot oprichting van een 1. o. m. -school zullen kunnen komen.
Spreker zou het openlijk gewaardeerd hebben indien de initia
tiefnemers die andere twee groepen hadden uitgenodigd om hierover
eens van gedachten te wisselen om tot een compromis te komen. Dat
de protestant-christelijke groepering hun school voor de anderen
open wil stellen, noemt hij te waarderen. Anderzijds is dit echter
een wettelijke verplichting.
Spreker wil thans nog een beroep doen op het stichtingsbestuur
om alsnog tot een ronde-tafel-conferentie te komen. Voorstanders
van het neutraal en openbaar onderwijs, staan niet afwijzend tegen
over een compromis. Hem is verzekerd dat uit die kringen zeker
het initiatief zal worden genomen om tot bedoeld gesprek te komen.
Hij stelt voor om dit agendapunt aan te houden tot de raadsver
gadering van april a. s.Men heeft dan nog twee maanden beschik
baar om te trachten voor alle groeperingen tot een aanvaardbare en
gezonde regeling te komen.
De heer VAN DER WERFF zegt dat de politieke vrienden van de
heer Rattink en de V.V.D. het op onderwijsgebied niet altijd eens
zijn. Dit is recentelijk gebleken. Maar in dit geval, gelooft hij,
dat hij bijzonder kort kan zijn, omdat hij het grotendeels, zo het
niet volledig is, met de opmerkingen van de heer Rattink eens is,
en zich kan aansluiten bij diens voorstel. Hij heeft de indruk dat de
1 ^o-procedure bij nader bezien van de cijfers en de gegevens van
Breda en omgeving niet helemaal klopt.
Het is spreker bekend, dat de wethouder van onderwijs zal stel
len, dat de mensen er nog in zullen moeten groeien. Hiermede is
hij volkomen akkoord, maar op dit moment blijkt dus dat dit groei
proces ten aanzien van de bestaande 1. o. m. -school nog maar wei
nig gevorderd is. Indien burgemeester en wethouders de door de heer
Rattink besproken cijfers van 120 en 70 leerlingen vergelijken, dan
kan men zien, dat het groeiproces nog niet zover gevorderd is. Men
kan dan ook niet van de veronderstelling uitgaan dat dit bij een
nieuw te stichten school sneller zal gaan. Dat er samenwerking zal
zijn tussen de reeds eerder besproken drie groeperingen, gelooft spre
ker niet, en meent zelfs dit zeer sterk te moeten betwijfelen.
Het lijkt hem dan ook uiterst gewenst dat burgemeester en wet
houders het gehele voorstel terugnemen inde hoop dat het stichtings
bestuur nog eens gaat praten met vertegenwoordigers van de andere
groeperingen om tot een compromis te komen.
De heer KROON zegt dat door de heer Rattink cijfers zijn gepro
duceerd, waarna hij tot de conclusie komt dat eigenlijk zou moeten
worden gekomen tot het stichten van een compromis-school.
Persoonlijk is spreker geen voorstander van de zogenaamde com
promis-scholen en dan zeer zeker niet voor 1. o. m. -onderwijs. Hij
is van oordeel dat bij de persoonlijke benadering van het kind bij
deze richting van onderwijs het nog temeer noodzakelijk is dat een
positieve richting wordt gevolgd. Het is daarom te begrijpen dat een
protestant-christelijke stichting met dit verzoek is gekomen.