75 13 FEBRUARI 1963. De door de heer Rattink geproduceerde cijfers liggen naar spre kers smaak anders. Hij beschikt namelijk over cijfers van het ge hele rayon, die gegeven zijn door het centraal bureau voor de sta tistiek. Volgens deze gegevens zijn dat 9.000 leerlingen, hetgeen ook in de stukken is vermeld. Het openbaar onderwijs heeft totaal 1900, het neutraal onderwijs 1600 en het protestants-christelijk on derwijs 5500 leerlingen. Deze cijfers noemt hij nogal sprekend. Hij is van mening dat het aantal leerlingen van 44, wat als minimum is aangehouden voor de stichting van de school, er royaal zal ko men. Alleen al van protestant-christelijke zijde. Bovendien staan de protestant-christelijke scholen zeer zeker en zeer gaarne open voor leerlingen van andere zijden. Inderdaad is dit wettelijk ver plicht doch spreker gelooft dat het goed is dit nog eens uitdrukke lijk in het openbaar te zeggen. Spreker is verheugd met het preadvies van burgemeester en wet houders en zal de verdediging van dit voorstel gaarne aan dit colle ge overlaten. Hij besluit met de mededeling dat van protestant- christelijke zijde zeer zeker niet gevoeld wordt voor een compro mis-school. Mevrouw DE BONTE deelt mede, dat het nauwelijks nodig is, dat zij de heer Rattink nog in zijn betoog aanvult. Zij is het vol komen met hem eens. Maar nu zij de heer Kroon heeft gehoord, komt er toch wel iets vreemds in haar gedachten als dit zou gebeu ren. De heer Kroon en de protestant-christelijke groep zouden niets voelen voor een compromis-school, omdat deze kringen voor hun kinderen het typisch protestant-christelijke onderwijs wensen. Zij vraagt echter aan de heer Kroon hoe zij zich dan de gevoelens van de ouders indenkt die hun kinderen niet dit typisch protestant-chris telijk onderwijs willen laten volgen. Spreekster moet hierbij toch even onder de aandacht brengen dat 75 <7o 80 van de leerlingen van de openbare scholen van katholieke huize is. Spreekster is de mening toegedaan, dat deze ouders als zij voor het feit staan, dat hun kind 1. o. m. -onderwijs moet volgen, toch eerder een katho lieke 1. o. m. -school dan een protestant-christelijke school zullen kiezen. Het is immers zo, dat op een openbare school niets aan het kind verteld of geleerd zal worden wat strijdig is met de godsdien stige beginselen van het gezin. Als deze ouders hun kind naar een protestant-christelijke school moeten zenden zullen zij daar niet zo zeker van zijn. Spreekster vindt het op zich zelf al heel vreemd dat de voorbereidingen voor het stichten van deze school zo geruis loos zijn verlopen. Zij zou haast de veronderstelling krijgen, dat dit opzettelijk is geschied, opdat vooral de andere schoolbesturen er niets over zouden horen. Er is zonder contact met de schoolbe sturen zo maar aangenomen, dat de leerlingen van deze neutrale scholen de protestant-christelijke 1. o. m. -scholen zullen bezoeken. Als tot stichting van deze school wordt overgegaan, zal dit nood gedwongen geschieden, maar voor deze ouders geldt precies het zelfde bezwaar als de heer Kroon naar voren heeft gebracht voor de kinderen van de protestant-christelijke groepering. Spreekster wil nog opmerken.dat de door de heer Kroon genoem de aantallen leerlingen van het openbaar onderwijs minder worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 75