84 13 FEBRUARI 1963. zichtig uitgedrukt niet redelijk dat dan ouders van 39 kinderen de gelegenheid ontnomen wordt om hun kinderen in hun eigen richting groot te laten brengen. Persoonlijk voelt spreker voor het voorstel van burgemeester en wethouders. Wethouder VERMEULEN deelt mede dat er uit de raad een voor stel gekomen is waarover in het college van burgemeester en wet houders geen beraad is geweest, teneinde het standpunt van burge meester en wethouders te kunnen bepalen. Spreker heeft hierom ge vraagd. Nu moet hij zich in het openbaar uitspreken over zijn stem- verantwoording, omdat thans iedereen van het college vrij is zijn eigen standpunt te bepalen. Spreker is getroffen door de door de verschillende raadsleden geuite argumentatie, waaruit blijkt dat de protestant-christelijke stichting eigenlijk wel gebruik maakt van cijfers van niet protestant-christe lijke scholen om tot het vereiste aantal leerlingen te komen. Hij kan dus wel voelen voor enig overleg, zij het dan ook dat het in het particuliere vlak moet liggen. Het uit de raad gekomen voorstel tot aanhouding van het voor stel van burgemeester en wethouders kan een voor de gemeenteraad toelaatbare stimulans zijn om in het particuliere vlak overleg te gaan plegen, anderzijds wordt door dit voorstel van burgemeester en wethouders niet in gevaar gebracht. Wethouder BASTIAENSEN zou voor het door de heer Rattink ge dane voorstel kunnen voelen als de zaak anders lag. Het is namelijk niet zo, dat uit het openbaar onderwijs vijf niet protestant-christe- lijken moeten worden aangetrokken. In het openbaar onderwijs en dit is volkomen bekend, zijn er verschillende leerlingen van pro testant-christelijke huize. Deze bezoeken inderdaad het openbaar onderwijs, maar daaronder bevinden zich verscheidenen die, zo zij daartoe de gelegenheid zouden hebben, een protestant-christelijke school zouden bezoeken. Spreker blijft van mening dat van de 1416 kinderen die het openbaar onderwijs bezoeken er zeer zeker vijf van protestant-christelijke huize zullen komen, die gebruik zullen ma ken van de mogelijkheid, die hun geboden wordt. Vervolgens blijft spreker van mening, dat een aan de wettelijke eisen voldoend verzoek moet worden gehonoreerd en dat het over leggen van handtekeningen van ouders volgens de jurisprudentie niet nodig is, maar dat ook op andere wijze bijvoorbeeld door progno ses kan worden aangetoond dat het vereiste aantal leerlingen zal worden gehaald. Nu uit deze prognoses blijkt dat het vereiste aan tal van 44 leerlingen zeker in een periode van drie jaar zal worden gehaald, ziet spreker geen enkele wettelijke reden het voorstel van burgemeester en wethouders aan te houden. De VOORZITTER brengt, nadat gebleken is dat het voorstel van de heer Rattink voldoende wordt ondersteund, dit in stemming. Uit de gehouden stemming blijkt dat dit voorstel is verworpen met 24 stemmen tegen en 11 stemmen vóór. Tegen stemden de dames Van Mierlo en Krens en de heren Van Caulil, Kramers, Verschuren, Broeders, Van Boxtel, Bary, Ter Berg, Van Loon, Lous, Zijtregtop,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 84