93 13 FEBRUARI 1963. De heer QUADEKKER heeft uit het voorstel gelezen, dat deze kredietverlening niet aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant ter goedkeuring behoeft te worden ingezonden. Hij verzoekt aan burge meester en wethouders, zo de raad dit voorstel goedkeurt, indien mogelijk morgen reeds telefonisch mededeling te doen aan het be stuur van de St. Fidelisvereniging, opdat spoorslags met de verbete ringen kan worden begonnen. De VOORZITTER zegt dit toe. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 47. DUURTETOESLAG AAN GEDEELTE VAN HET GEMEENTEPERSO- NEEL. Mevrouw VAN MIERLO zou gaarne zien, dat voor deze duurte- toeslag ook weduwen van gemeente-personeel, met een pensioen van minder dan 630,58 per maand, in aanmerking zouden komen. De heer KOERTSHUIS juicht dit voorstel toe, doch betreurt het dat dit voorstel niet in de commissie voor het georganiseerd overleg is behandeld. In het voorstel is gesteld dat ten spoedigste de com missie van overleg over het raadsbesluit zal worden ingelicht en zo nodig met haar overleg zal worden gepleegd. Spreker acht het beter indien dit overleg voor de raadsvergadering had plaats gevonden. Ofschoon daarvoor het voorstel niet dient te worden opgehouden vraagt hij zich toch af of de voorgestelde salaris-grens de meest juis te is. Wellicht zou deze salaris-grens in het besluit open gelaten kun nen worden teneinde deze eventueel te kunnen uitbreiden. Zo dit niet mogelijk is dan zou spreker gaarne zeer spoedig behandeling in de commissie van overleg wensen. De heer LOUS wenst de heer Koertshuis te steunen en vraagt zich af of het niet mogelijk is de weistandsgrens aan te houden, zoals dit in het vrije bedrijf in veel gevallen geschiedt. De heer KRAMER vindt hetvoorstel zeer sympathiek, 35, - uit kering noemt hij werkelijk niet te veel. Spreker vraagt of de loon belasting ten laste van de werkgever wordt genomen. Overigens kan hij zich met de door de heer Koertshuis gesproken woorden verenigen. De heer VAN DEN EEDEN meent dat er sprake kan zijn van een tweetal toeslagen namelijk een duurte- en een ontberingstoeslag. Deze laatste zou verstrekt kunnen worden aan de personeelsleden die in de buitendienst werkzaam zijn. Wordt deze laatst genoemde toeslag ook aan deze personeelsleden uitbetaald, zo vraagt spreker. De heer RATTINK kan zich met het voorstel van burgemeester en wethouders verenigen en spreekt er zijn waardering over uit, dat het voorstel zo vlot aan de raad wordt voorgelegd. Door de grote spoed is het niet mogelijk geweest dit aan de commissie van overleg voor te leggen. De gemeenteraad zal hiervoor begrip moeten hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 93