99 12 FEBRUARI 1964. uitbreiding van de stad waarbij verschillende delen dus verder van elkaar komen te liggen toch een mogelijkheid per wijk moer ko men tot het geven van zweminstructies aan schoolgaande kinderen. Hij gelooft dat dit belangrijk is en daarom wil hij er voor pleiten dat burgemeester en wethouders deze gedachte zullen overnemen, zonder dat zij verklaren in welk jaar dit zal zijn. Hij wil dus uit sluitend de mogelijkheid openhouden dat de instructiebaden naar voren worden geschoven. De heer VAN GASTEL zegt: mijnheer de voorzitter, namens onze fractie wil ik gaarne enkele woorden zeggen over het thans voorliggende investeringsplan. Wij hebben met belangstelling uitgezien naar het reeds bij de toe zending van de begroting voor het dienstjaar 1964 in uitzicht ge stelde gedetailleerde investeringsplan.Het investeringsvolume van' ongeveer 9.500.000, - was al een bekend gegeven van de begro ting. Het voorliggende plan achten wij van het allergrootste belangvoor onze stad Breda. Immers daarin zit verdisconteerd het beleid voor de naaste toekomst ,met betrekking tot de niet-rendabele investe ringen. Daarom zijn v/ij het college erkentelijk voor de goede ge dachte om bij de behandeling van het plan inde raadsafdelingvoor de financiën mede uit te nodigen de voorzitters van de verscnil - lende raadsfracties. De uitvoerige behandeling en deskundige voorlichting in bedoelde afdeling heeft voorzeker verhelderend gewerkt. Het is duidelijk ge worden, dat de problematiek bij de samenstelling van een derge lijk plan niet eenvoudig is en dat vele moeilijkheden opgelost moe ten worden, teneinde tot de juiste prioriteit te komen, rekening houdende met de onderlinge samenhang der verschillende onder delen èn mét het beperkte beschikbare bedrag per jaar. Het staat voor ons vast, dat het oude investeringsplan op langere termijn-het zogenaamde 15-jarenplan -tè statisch was en tè star, hoewel het ongetwijfeld zijn merites heeft gehad ten aanzien van het opdoen van ervaringen. Hoewel er tegen elk plan op langere termijn bezwaren zijn te ma ken kunnen wij toch volledig instemmen met de belangrijke wij zigingen ten opzichte van net oude investeringsplan, welke het college aangeeft in de bijbehorende nota van aanbieding tot het nieuwe thans voorliggende investeringsplan op langere termijn, te weten omzetting in een 10-jarenplan en jaarlijkse aanpassing, waar bij telkenmale één jaar wegvalt en aan het einde één jaar wordt toegevoegd en voorts het opnemen van nog te investeren bedragen op in uitvoering zijnde werken, de zogenaamde "PIJP" om het met een Nederlands woord te zeggen. Wij zijn er van overtuigd, dat de praktische bruikbaarheid van het plan daardoor is vergroot, dat het daardoor dynamischer is gewor den en dat prijsverhogingen tijdiger in het plan kunnen worden ver werkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 99