12 FEBRUARI 1964. 100 Wij achten het uit bestuurderlijk oogpunt juist.dat de kosten van de afvoerleiding naar Moerdijk niet meer in het plan zijn opgenomen, omdat deze niet anders thuis behoren dan bij een waterschap of zui veringsschap. Wij achten het evenzeer aanvaardbaar, dat, aangezien voor de bouw van de sporthal inverband met de eerst in augustus a. s. te verwach ten rijksgoedkeuring, dit jaar niet meer dan 422. 000, - kan wor den verwerkt, van het oorspronkelijk geraamde bedrag van 1. 022. 000, -, een bedrag van 600. 000, - is overgebracht naar et onderdeel C 7 "bouw van een congreshal". Gegeven de feite lijke omstandigheden is dit - hoewel het ogenschijnlijk anders lijkt - volkomen verantwoord. Wij betreuren het, dat in het investeringsplan verschillende objec ten vermeld staan, welke eerst na langere tijd gerealiseerd zullen kunnen worden, omdat wij er van overtuigd zijn, dat het leefkli maat èn de centrumfunctie van Breda het noodzakelijk maken, dat realisering binnen afzienbare tijd zou moeten geschieden. Wij noe men met name de bouw van een nieuw gemeentehuis annex schouw burg, vele sportvoorzieningen, de hoogspoorwerken, bouw van gym nastieklokalen, de bouw van een combibad, restauratie van het zwembad Het Ei en de bouw van schoolinstructiebaden enz. Een en ander is enerzijds een gevolg van de snelle uitgroei van de stad, anderzijds van beperkte financiële mogelijkheden. Het is te betreuren, dat de te verlenen bouwvergunningen uit het beschikbare bouwvolume bij de rijksoverheid niet synchroon kunnen lopen met ons investeringsplan. Met de grote woningnood èn de gro te prioriteit welke de rijksoverheid verleent aan de woningbouw moeten we nu eenmaal rekening houden. Daarom is het vaststellen van een investeringsplan op lange termijn een zo moeilijke zaak, In het licht van het vorenstaande is het be palen van de prioriteit en urgentie der verschillende onderdelen van het investeringsplan dan ook te zien als het doen van een keuze, waar bij als uitgangspunt moet worden genomen de beschikbare middelen. Of het haalbaar is, dat alle "geplande" objecten metterdaad vol gens plan, gerealiseerd kunnen worden is een vraag. In dit verband doen wij Uw college dan ook het verzoek om, indien door omstan digheden werken die inde naaste toekomst gepland zijn geen door gang kunnen vinden of uitgesteld moeten worden, het mogelijke te doen om, in overleg met de raad uiteraard, werken welke thans in een later stadium in het plan vermeld staan dan naar voren te schui ven. Tenslotte vragen wij ons af of voor het jaar 1964 geen rekening ge houden had moeten worden met de onlangs opgelegde bestedings beperking op grond van de op 1 november jl. in werking getreden wet met betrekking tot financiering uitgaven publiekrechtelijke li chamen. Voorts vragen wij ons af in hoeverre beperkend opde niet-rendabe le investeringen kunnen werken, gezien de beschikbare middelen, de in de naaste toekomst te verwachten ongetwijfeld zeer grote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 100