101 12 FEBRUARI 1964. investeringen, welke de invoering van het aardgas zullen vergen, welke investeringen uiteraard tot de rendabele gerekend moeten worden. Over deze vragen zullen wij gaarne de mening van het college ver nemen. Mijnheer de voorzitter ik wil het hier in eerste instantie bij laten. Dank U. De heer KROON wil wat de financiële kant van het investerings plan betreft gaarne aansluiten bij de opmerkingen die reeds ge maakt zijn. Zijn fractie is ook van mening dat dit plan overzichte lijker is dan het vorige vooral doordat elk jaar één jaar wegvalt en aan het einde van de 10 jarige periode er weer een jaar wordt bij gevoegd. Ten aanzien van de beleidskant zal hij de vragen die gesteld zijn over het gemeentehuis en schouwburg niet herhalen. In vergelij king met het eerste plan is er voor 1964, dit is door de heer Van Gastel nog even aangehaald, voor de bouw van een sporthal een bedrag groot 600.000, - verdwenen en gebracht ten bate van post 7 C "de congreshal". Ook de overige sportvoorzieningen (B. 14) zijn voor dit jaar vrij laag. Hij zou zich kunnen afvragen of het geen overweging verdient om deze 600.000,= voor een deel te verplaatsen naar de overige sportvoorzieningen. Spreker weet dat dit achteraf wijzigen van net plan heel moeilijk is en hij ziet dat in de volgende jaren reeds rekening is gehouden met het feit dat de sportvoorzieningen meer geld zullen gaan vragen dan op het ogenblik gepland is. Bovendien is door de raad bij de agendapunten 43 en 22 in wezen de stelpost goedgekeurd, zodat er dus maar weinig aan te veran deren is. In het oude plan werden nog als sportvoorzieningen af zonderlijkgenoemd de draf- en renbaan en de sporthal. Hi] vraagt of deze zover zijn weggeschoven, dat zij de eerste tien jaar hele maal niet meer aan de orde komen. Destijds is door burgemeester en wethouders betoogd dat hét zeer belangrijk voor Breda zou zijn om, Breda veel meer stad te doen zijn, door het aantrekken van evenementen. Tenslotte merkt spreker op dat in het oude plan jaarlijks grote be dragen waren opgenomen voor het binnenstads- en saneringsplan. Hij vindt deze met in dezelfde vorm terug. Moet hij aannemen dat deze onder de normale voorzieningen vallen? Dit komt hem eigenlijk niet juist voor, aangezien deze bedragen veel en veel lager in het huidige plan voorkomen. Of, zo vraagt hij, hebben burgemeester en wethouders het binnenstads- en saneringsplan zo ver weggeschoven dat die pas in 1973 aan de orde komen? De heer VAN DER WERFF zegt dat de heer Broeders bij de mu ziekschool over een paartje sprak. Dit heeft dan inmiddels een kleutertje gekregen. Als een kleutertje houdt spreker zich aan de rokken van vorige sprekers vast, want hij voelt zich op dit terrein

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 101