103
12 FEBRUARI 1964.
op vermindering moeilijk toegepast kan worden. Als voorbeeld noemt
hij B.7.1. Bovendien zal het zeer moeilijk zijn om op dit moment
de urgentie voor beide gebouwen sterk genoeg te kunnen aantonen.
De urgentie van het gemeentehuis boven de schouwburg ligt voor
iedere ingewijde zeer duidelijk.
Het is natuurlijk zoals de heer Van Gastel gesteld heeft dat verschil
lende objecten eerst na lange tijd zullen worden uitgevoerd. Dit is
natuurlijk het logische gevolg van het feit dat slechts een bepaald
bedrag per jaar ter beschikking komt en dat daardoor dus een keu
ze moet v/orden gedaan.
Indien burgemeester en wethouders verschuivingen zullen gaan toe
passen, dan houdt dit dus onvoorwaardelijk in dat bij het naar vo
ren brengen van het ene object een ander object naar achteren ge
bracht zal moeten worden omdat anders de financiële lasten te zwaar
zullen worden.
Iets anders is de opmerking van de heer Van Gastel om werken die
later gepland zijn, naar voren te schuiven wegens het niet tot uit
voering komen van eerder geplande objecten.
Spreker is van oordeel, dat dit altijd mogelijk blijft. Dit geldt ook
voor de sportvoorzieningen die door de heer Kroon zijn besproken.
Het is burgemeester en wethouders duidelijk geworden dat dit jaar
in de sporthal geen miljoen gulden zal worden geïnvesteerd. Daar
om is hiervan 300.000, - afgenomen en geplaatst bij post C.7 de
congres- en tentoonstellingshal. Dit was tegelijkertijd een mooie
aansluiting om de onrendabele kosten van deze hal weg te werken. De
draf- en renbaan is naar de verre toekomst opgeschoven omdat bij
realisering op dit moment de gemeente Breda grote lasten zou wor
den opgelegd terwijl het niet bekend is, ondanks diverse gehouden
besprekingen, of er een behoorlijke tegenhanger in de vorm van
ontvangsten hiertegenover zou staan. Burgemeester en wethouders
hebben daarom gemeend dit plan voorlopig terzijde te moeten stel
len. Komen de omstandigheden hiervoor gunstig te liggen dan is
altijd nog te bezien of de investeringsdatum vroeger kan komen te
liggen.
Ten aanzien van de plannen voor de sanering van de binnenstad
merkt spreker op dat deze niet in het investeringsplan behoeven te
worden opgenomen omdat zij rendabel zijn. De aankopen voor de
ze saneringsplannen zijn rendabel en worden pas onrendabel als de
gebouwen geamoveerd worden. Dan komt er nog een rijksbijdrage
in deze kosten van sanering, die vrij aanmerkelijk is en 80°/o be
draagt.
Spreker merkt op dat in het investeringsplan hier en daar nog wel
gedeeltelijke rendabele objecten zijn opgenomen. Maar hij ver
wijst naar de bij het investeringsplan behorende staat. Wordt in enig
jaar meer dan 9j miljoen gulden geïnvesteerd dan betekent dat dat
er min of meer rendabele objecten bij zijn.
Het bedrag geraamd voor de bouw van de schouwburg, waarover de
heer Van der Werff een vraag gesteld heeft, betreft inderdaad de
architecten kosten.