12 FEBRUARI 1964. 108 bied Leuvenaarstraat - Middellaan als dat de bedoeling van het on derzoek is begonnen kan worden. Tenslotte is het bij een dergelijke belangrijke opdracht de goede gewoonte dat het onderzoek-instituut zijn gedachte omtrent het onderzoek op papier zet en dustevoren een beeld geeft over de in houd en de mogelijkheden van het onderzoek. Heeft het onderzoek-instituut een dergelijke voorstudie bij burge meester en wethouders ingediend, waarop de raad zich kan ver laten? Alles tezamen vindt spreker het voorstel van burgemeester en wet houders bijzonder onduidelijk en het zal van het antwoord van de wethouder afhangen of hij zijn stem aan het voorstel zal kunnen ge ven. De heer BARIJ acht het onderzoek buitengewoon nuttig maar zou toch graag een vraag willen stellen, waaraan de heer Van Cas teren voorbij is gegaan n.l. waarom moet dit onderzoek worden uitbesteed en waarom kan dit niet door de eigen sociografische dienst worden uitgevoerd. Hij kan zich voorstellen dat de gemeen te even goed uit is en dat het in ieder geval stukken goedkoper is. Bovendien brengt spreker onder de aandacht dat de gemeente bin nenkort weer een hoofd van de sociografische" dienst in dienst zal hebben en wellicht is dat een aardig object om mede te starten. De heer ZIJTREGTOP wil zich gaarne aansluiten bij de kritische opmerkingen van de heer Van Casteren, maar zou tevens noggaar- ne een opmerking maken over de financiële consequenties. In het voorstel is alleen opgenomen.dat bij een niet zo'n best re sultaat in eerste instantie de kosten voor de gemeente maximaal 70 duizend gulden zullen zijn. Mag spreker hieruit concluderen, dat wanneer gemeend wordt dat er een behoorlijk rapport tot stand komt, de kosten belangrijk hoger zullen zijn. Hij vraagt of het burgemeester en wethouders benend is in welke orde van grootte dan gedacht moet worden? Spreker heeft het vermoeden, gezien de vaagheid van de hele op dracht, dat de kosten wel eens het veelvoudige van 70.000 gulden zou kunnen zijn. De heer KRAMERS zegt dat hij in tegenstelling met andere spre kers toch wel enthousiasme kan hebben voor dit plan. In de ver gadering van de afdeling openbare werken is dit plan ook besproken en werden er de nodige vragen gelanceerd. Spreker is erg blij dat burgemeester en wethouders thans een on derzoek laten instellen en een studie laten maken van de functie van Breda en van alles wat daaraan vastzit voor de binnenstad. Vroeger zijn er al meer saneringsplannen geweest. Wanneer spre ker nu ziet, wat hiervan uiteindelijk gesaneerd is, dan vindt hij het uiteindelijk jammer dat toentertijd niet meer inzicht heeft bestaan. Hij denkt b.v. aan de Markendaalseweg, waarvan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 108