109
12 FEBRUARI 1964.
tracé al een paar maal gewijzigd is. Dit is echt niet geheel koste
loos gebeurd. Als hij ziet dat momenteel de gemeente bezig is met
het civic-centre. Dit is een zeer mooi plan. Maar spreker vraagt
zich toch af hoe de verdere bebouwing, buiten de gemeentegebou
wen als schouwburg en gemeentehuis, in dit plan zal verlopen. En
zal de gemeente Breda dit allemaal wel in de hand hebben.
Hij heeft de indruk, dat wanneer dit onderzoek wordt ingesteld en
een rapport wordt uitgebracht ervoor een heel oud stukje Breda voor
de Middellaan en Leuvenaarstraat e.o. ,waar eigenlijk reeds tot sa
nering overgegaan had moeten worden, een goed plan zal ontstaan.
Het aan het onderzoek-instituut verwante bouwbureau zal vermoe
delijk wel contacten hebben met de nodige beleggers en dat het dan
toch vlugger en beter verwezenlijkt zal kunnen worden, dan de raad
tot op heden heeft medegemaakt. Dit is op zich zelf reeds een groot
winstpunt en hij is van mening dat de kosten van dit onderzoek, zo
er een goed plan uitkomt, zeer zeker in de gemeentekas zullen te
rugvloeien.
Spreker besluit met de opmerking, dat het in godsnaam maar veel
geld moet kosten, maar dat dan binnen niet al te lange tijdeen plan
kan worden verwezenlijkt. Bij twee door hem besproken sanerings
plannen zit de raad hierop al geruime tijd te wachten.
Mevrouw VAN MIERLO sluit zich gaarne aan bij het initiatief
voorstel van de heer Barij om het onderzoek door de eigen dienst te
laten geschieden.
De heer VAN LOON merkt op dat hij mag aannemen.dat er te
zijner tijd een realiseerbaar plan zal komen. Hij zou gaarne weten
hoe het zal gaan met de overdracht van de grond.
De heer VIS heeft in de vergadering van de afdeling voor open
bare werken begrepen dat dit het bij de behandeling van de begro
ting aangekondigde structuur-onderzoek is. Bovendien is hier sprake
van een nieuwe ontwikkeling want dit is een onderzoek-instituut
dat verbonden is aan een commerciële instelling.
Het is een ontwikkeling die zich in de tegenwoordige maatschappij
hoe langer hoe meer zal voordoen.
Spreker kan zich voorstellen dat men bij dergelijke instellingen ook
op grond van wetenschappelijke rapporten tot een beslissing wil ko
men en nu doet zich hier dus het geval voor dat een belangrijke on
derneming, die waarschijnlijk ook over een belangrijk kapitaal kan
beschikken, belangstelling heeft voor een gedeelte van de stad Breda,
dat bepaald om sanering vraagt en deze sanering zal doen geschie
den in het kader van de totale structuur van de binnenstad. Hij vindt
de belangstelling zeer belangrijk, zelfs zeer verheugend. Hieruit
blijkt dat men ook vertrouwen heeft in de dynamiek van de stad
Breda.
Alhoewel spreker ookwel vraagpunten heeft, is hij toch wel enthou-