m
Ill
12 FEBRUARI 1964.
De heer TER BERG is van oordeel dat de raad deze mogelijkheid dez
met beide handen moet aangrijpen. Er bestaat thans een kans de jS)
visie op een deel van de stad en ook op alle delen van de stad te wóc
krijgen. Dit kan grote beloften inhouden voor de toekomst en hij poc
zou zich willen aansluiten bij de woorden van de heer Vis, wanneer je j
hij opmerkt dat een tijdige informatie bij de ontwikkeling van dit jn c
plan zeer belangrijk is. de
zo j
Wethouder VERMEULEN is van mening, dat burgemeester en wet- dat
houders tekort zijn geschoten in hun voorlichting aan de raad om- wer
dat er een aantal vragen naar voren zijn gekomen die wellicht ver-
meden hadden kunnen worden indien de toelichting iets uitvoeriger trim
was geweest. de 1
Uit de opmerkingen van verschillende leden van de raad heeft spre- nen
ker gemeend te moeten beluisteren, dat men dit onderzoek ziet als vrai
een sociografisch onderzoek. Dit onderzoek omvat uiteraard veel
meer dan alleen een sociografisch onderzoek. Spri
Om de raad een indruk te geven hoe dit onderzoek gedacht wordt tre
meent spreker goed te doen om een gedeelte van een brief van de- raa,
ze maatschappij aan burgemeester en wethouders voor te lezen. Hij paa
meent dat deze brief ter visie heeft gelegen. en
Dit gedeelte uit de brief luidt als volgt: Hie
"De stad Breda, in haar geheel zowel als de stadsdelen afzonder- tjen
lijk zullen een onderwerp van studie behoeven te zijn. Ook de ver- z£c]
keersrelaties van Breda met de buitenwereld en het interne stads- ren
verkeer nu en in de toekomst dienen bekend te zijn alvorens met Het
de vormgevingen met de bepaling van de functie van hetspecifie- jez
ke stadsdeel kan worden begonnen. Wanneer wij in deze met het par]
gemeentebestuur mogen samenwerken, stellen wij ons voor teza- [let
men met de daarvoor geëigende diensten een onderzoek c. q. een (jwj
werkprogramma op te stellen". ver]
Het werkprogramma, zo zegt spreker, komt dus nog. Om even aan noo
te sluiten aan de woorden van de heer Van der Werff is dit de be- vrai
kende vicieuze cirkel. wor
Om tot de samenstelling van een werkprogramma te kunnen komen gpri
is het vooraf nodig dat burgemeester en wethouders bij de raad ko- jen
men met een verzoek om toestemming om een dergelijkonderzoek Het
te mogen gaan instellen. Burgemeester en wethouders beschikt©» soc;
anders niet over de middelen om een dergelijk werkprogramma te eco
doen opstellen in samenwerking met deze firma. ren
Spreker is van mening dat ook nier sprake is van de kip en het ei. bie,
Burgemeester en wethouders meenden dat het dus verstandig was, ^er:
zolang er nog niets gedaan was, deze zaak bij de raad aan de orde maj
testellen met het verzoek een krediet daarvoor beschikbaar te stel- wat
len, waarbij burgemeester en wethouders voorshands van mening van
zijn dat dit werkprogramma natuurlijk ook aan de raad ter beschik- taa;
king zal worden gesteld. Spn
In dit verband zou spreker willen verwijzen naar een ander punt van 0IKj