126 11 MAART 1964. Het is vrijwel uitgesloten de werkzaamheden bij het Oranje - plein te versnellen in verband met de beschikbare personeelsbezet ting bij de rijkswaterstaat en de door het rijk ten behoeve van de bouw van het kunstwerk ter beschikking te stellen hulpmaterialen. Daarbij komt dat een bekorting van de bouwtijd aanzienlijke kos ten met zich meebrengt, welke in dit geval moeilijk zijn te ver antwoorden. De uitvoering van het kunstwerk heeft namelijk weinig of geen in vloed op het doorgaand verkeer, dat de normale bewegwijzerde routes kan blijven volgen. VRAAG. De heer VAN CASTEREN vraagt of het beleid van het college er in alle opzichten opgericht is de uiterste zuinigheid te betrach ten met de aanwezige woningvoorraad, gezien de woningnood?In dit verband rijst de vraag op welke dringende gronden de inde pers medegedeelde verdwijning van een voormalig wachthuisje aan de Marksingel, thans bewoond door een gezin, berust? ANTWOORD. Wij streven er naar de aanwezige woningvoorraad te behouden. De functie van de binnenstad vraagt echter voortdurende aanpas sing aan en vooruitzien op de ontwikkeling, tengevolge waarvan - vaak minder goede - woonruimte verdwijnt. De verkrotting van vele woningen heeft hetzelfde gevolg. Ook re constructies van wegen en aanleg van nieuwe wijken vragen onver mijdelijke offers. Slechts nieuwbouw, meestal elders, soms ter plaatse doch dan in andere vorm, kan deze vermindering compenseren. Ook het pand Marksingel 6 bis verkeert in een slecht bewoonbare staat en het herstellen van dit pand waarvan de goten, het dak, de buiten- en binnenverfwerken vrijwel versleten zijn, vraagt een zodanig bedrag (bijna 6.000, -) dat wij het economisch niet ver antwoord achten tot herstel over te gaan. Daarbij hebben wij mede in aanmerking genomen de moeilijk te verhelpen vochtigheid van de muren en de omstandigheid dat de woning slechts geschikt is voor de huisvesting van een gezin van hoogstens drie personen. Wij hebben dan ook besloten deze opstal te laten slopen. VRAAG. De heer BA YENS zegt dat de entreeprijzen van het sportfondsen- bad zijn verhoogd. Dit heeft bij de bezoekers nogal deining ver oorzaakt. Spreker meent dat de gemeente financieel bij deze N.V. betrokken is. Hij vraagt of deze verhoging de goedkeuring heeft verkregen van burgemeester en wethouders en welke redenen er toe geleid hebben om tot deze nogal belangrijke verhoging te ko-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 126