11 MAART 1964. 129 dat hij dan wel het hoofd moest buigen en zich er bij moest neer leggen. Hij meent, dat dit anders klinkt, omdat hij toch wel dui delijk gemaakt heeft, dat hij wel behoefte aan controle had. Hij zou in ieder geval willen proberen om eens per jaar bij te blijven en hij gelooft, dat indien eens per jaar een overzicht wordt gege ven voor de raad de mogelijkheid aanwezig is zich een oordeel te vormen van het verloop van de gang van zaken. Wethouder VERMEULEN zegt geen behoefte te hebben aan een lange discussie over dit onderwerp, omdat hij het er te onderge schikt voor vindt. Hij heeft geen bezwaar tegen het geven van een overzicht, doch hij blijft van mening.dat het weinig zinvol is. De heer Van Cau- lil heeft inde afdeling voor openbare werken inderdaad een ander geluid laten horen, doch hij heeft zich door de andere leden laten overtuigen.dat het weinig zinvol is. De heer VanCaulil heeft zich aan de meningvan de andere leden geconformeerd,zodat decon- clusie wel eensluidend was. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. HET TREFFEN VAN ENIGE VOORZIENINGEN VOOR HET TER REIN ACHTER "DE BEYERD". 11. ONDERHANDSE AANBESTEDING VAN DE BOUW VAN EEN BRUG OVER DE BAVELSE LEIJ TEN BEHOEVE VAN HET RECRE ATIE-OORD "WOLFSLAAR". 12. VERHOGING VAN HET KREDIET VOOR HET AANLEGGEN VAN DE WATERLEIDING EN DE STROOMKABEL NABIJ HET VIA DUCT WILLEM VAN ORANJELAAN. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 13. UITVOERING VAN RIOLERINGS- EN BESTRATINGSWERKEN EN HET DOEN AANBRENGEN VAN STRAATVERLICHTING EN EEN BRANDKRAAN IN DE SMUTSSTRAAT c. a. De heer KOERTSHUIS vraagt of de toegangswegen tot de gara gesgemeente-eigendom blijven. Hij heeft gezien dat de lantaarns daar worden geplaatst eventjes naast de gang. Hij vraagt of het niet mogelijk is de lantaarns midden voor de gang te plaatsen, waardoor het misschien mogelijk is wat licht in de poort te laten vallen. Wethouder VERMEULEN zegt nu niet te kunnen antwoorden op de vraag van de heer Koertshuis of de toegangen tot de garages eigendom van de gemeente blijven. Voor wat de kosten betreft doet dit er overigens weinig toe. In beide gevallen zitten de aanleg- kosten in de grondprijs en worden zij dus doorberekend inde opstal-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 129