11 MAART 1964. 135 De heer VAN DER WERFF zegt, dat het ontstaan van de kermis vrij ver in de geschiedenis terug gezocht moet worden. Hij meent dat na te gaan is dat er vroeg in de 19e eeuw kermis werd gevierd. Hij meent, dat de heer Koertshuis toch een punt aan de hand ge- «hfcan heeft door te wijzen op een kermis "oude stijl" in een klei ne kern. De plaats die de kermis thans inneemt is door allerlei middelen wel enormer geworden. Met het college is spreker het eens, dat de kermis teveel ruimte in beslag neemt en dat de ver- keersbelemmering, die daarvan het gevolg is, naar zijn smaak- en op dit punt is hij het met de heer Broeders niet eens - wel de gelijk verband houdt met de verkeersveiligheid, want een belem mering heeft automatisch een daling van de veiligheidsfactor tot gevolg. Daarom onderschrijft hij ook de noodzaak van het ver plaatsen van de kermis. Hij is zelfs verheugd, dat het college er over gedacht heeft en dat het met dit voorstel is gekomen. Spreker is evenmin als de anderen gelukkig met de keuze van het terrein en hij heeft daarbij uiteraard ook gedacht aan de vroeger door de heer Broeders gestelde vragen en het daarop gegeven ant woord. Hij heeft het echter meer gezien als een overgangsmaat regel vooral omdat op de 2e bladzijde van het voorstel sprake is van regulering en in elk geval het verbieden van sirenes. Hij ge looft dat de zinsnede: "de muziek zou - bij gebleken noodzaak - kunnen worden gereguleerd" iets te voorzichtig gesteld is. Hij dacht, dat gesteld moestworden.dat de muziek moet worden gereguleerd om de doodeenvoudige reden, dat het anders voor de patiënten in het ziekenhuis niet te harden zal zijn. Hij vraagt zich alleen af hoever men daarmede zal kunnen gaan, zodanig dat de kermisex ploitanten nog het gevoel hebben.dat zij tot een redelijke exploi tatie kunnen overgaan. DeheerQUADEKKER zegt volledig akkoord te kunnen gaan met het tegemoet komen aan verkeersbezwaren. Er is gesproken over de beslotenheid van de kermis op de Grote Markt. Spreker is van mening dat er op de Grote Markt eigenlijk geen kermis is. Op de Grote Markt zijn wat kraampjes waar gegokt kan worden en er is een rad van avontuur en meer levert de zaak niet op. De eigen lijke kermis is op de Oude Vest en de hoek om inde richting Bosch straat en het wordt inderdaad een moeilijke affaire om de kermis daar te handhaven. Als men spreekt over geluidshinder en men gaat daarbij uit van het lawaai van de kermis in de achterliggen de jaren moet men niet vergeten, dat dit geluid geproduceerd werd tussen twee wanden van huizen, terwijl men op het Chassé-veld een veel grotere spreiding kan krijgen. Tegenstanders zullen zeggen.dat het geluid dan ook verder draagt, doch naar spreker's mening is het dan veel minder hard. Als voor komen wordt, dat er een kop van Jut komt die elke keer een knal geeft, gelooft hij dat het wel mee zal vallen. Door vorige sprekers is geopperd de verplaatsing naar Ginneken en Princenhage. Als er ooit sprake is van decentralisatie van de kermis uit de binnenstad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 135