11 MAART 1964. 141 plaatsing is. Hij heeft nog twee vragen nl. of het niet gewenst is bij het sportterrein bordjes te plaatsen met het opschrift "Verboden het sportterrein te betreden" om het de politie mogelijk te maken tegen overtreders op te treden. Zijn tweede vraag ging over de ingang aan de Claudius Prinsenlaan, doch is inmiddels door wethouder Vermeulen beantwoord, zodat hij daar niet verder meer op behoeft in te gaan. Tot slot stelt hij nog, dat de tekening de hele tijd niet ter visie heeft gelegen. De heer VAN CAULIL deelt mede, dat hij in eerste instantie gezegd heeft van mening te zijn, dat een en ander niet voldoende is onderzocht en dat er niet voldoende overleg is gepleegd met de verschillende groeperingen. De wethouder heeft geantwoord, dat hem alle bezwaren bekend zijn, doch hij gaat er aan voorbij. Waar de wethouder toegeeft de hinder voor het ziekenhuis.de bezwaren van de horecabedrijven en de bezwaren van de verschillende groe pen van kermisexploitanten, had spreker toch wel graag gezien, dat er overleg gepleegd was om tot een bevredigende oplossing te komen. Het bevreemdt hem, dat de wethouder het niet nodig heeft gevonden om op een of andere manier overleg te plegen en daar om kan hij niet met het voorstel meegaan. De heer VIS gelooft, dat bij de noodzaak tot verplaatsing van de kermis twee zaken onderscheiden moeten worden nl. in de eerste plaats, dat de verplaatsing noodzakelijk is in verband met de toe komstige verkeersgeleiding en in de tweede plaats.dat er binnen kort werken zullen worden uitgevoerd waarvoor de verplaatsing nog extra noodzakelijk is. Nu er van enkele kanten gezegd is, dat de mogelijkheden onvoldoende onderzocht zijn - hij kan daar begrip voor hebben, omdat er inderdaad een betrekkelijk korte tijd van voorbereiding is geweest - geeft hij het college in overweging om de verplaatsing dit jaar bij wijze van proef te doen. Hij gelooft dat, als door een besluit van de raad de verplaatsing niet zou door gaan er een bijzonder gevaarlijke en moeilijke verkeerssituatie zou ontstaan. Als besloten wordt de verplaatsing dit jaar bij wijze van proef te laten doorgaan, dan kunnen nu ook de nodige maatregelen voor de verpachting der standplaatsen worden genomen. Tevens kan dan aan de hand van de dit jaar opgedane ervaringen een definitieve beslissing worden genomen. De heer VAN DER WERFF is verbaasd geweest over de opmer kingenvan de heer Broeders inzake verkeersbelemmeringen en ver keersveiligheid. Verder zegt hij van mening tezijn.dat een onder zoek aan het licht zou brengen, dat veel grote gemeenten tegen woordig kermissen op aparte terreinen doen plaats vinden en dat de kermis daardoor bepaald niet geschaad wordt. Daarin ziet hij dan ook geen bezwaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 141