144
11 MAART 1964.
De VOORZITTER zegt, dat het college de raad ook in dit op
zicht tegemoet wil komen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
gewijzigde voorstel besloten.
16. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOE
VE VAN EEN ONDERZOEK NAAR DE MOGELIJKHEDEN VAN
EEN NIEUWE REVALIDATIE-INSTITUUT.
De heer BARIJ meent, dat na de kermis enige revalidatie wel op
zijn plaats is. Het is echter niet om deze reden, dat zijn fractie
dit voorstel ten zeerste toejuicht. Een revalidatie-instituut meent
spreker, is van zeer groot belang voor de geestelijke en lichame
lijke volksgezondheid. Met name in Zuid Nederland bestaat aan
een dergelijk instituut grote behoefte, welke nog klemmender is
gezien tegen de achtergrond van de arbeidsongeschiktheidswet, die
spoedig tot stand zal komen. Ook de wijze waarop dit initiatief
tot ontplooiing zal moeten komen acht spreker wel reëel, omdat
gestart zal worden vanuit een bestaand gebouw, dat enigszins op
medische verzorging is ingesteld. Aan de andere kant moet hij toch
stellen, dat het hele plan staat en valt met de beantwoording van
deze twee vragen nl. is de stichting Moederheil bereid zijn complex
ter beschikking testellen en is de stichting Revalidatiecentrum be
reid het nieuwe instituut te gaanexploiteren?Over het antwoord op
deze vragen heeft spreker geen zekerheid. In het voorstel staat.dat
Moederheil onder zekere voorwaarden bereid is het complex voor
het omschreven doel beschikbaar te stellen. Dit betekent dus, dat
er geen overeenkomst is met Moederheil; er is alleen een bereid
heid als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Spreker wil
graag weten, hoe die voorwaarden luiden, of ze acceptabel geacht
kunnen worden en verder of het college redenen heeft om aan te
nemen, dat het met Moederheil tot overeenstemming zal geraken,
althans het college of het revalidatiecentrum. Ook de tweede vraag
is voor spreker nog een open vraag, omdat het project eerst zal moe
ten worden onderzocht en de problemen geïnventariseerd zullen moe -
ten worden. Handhaaft het revalidatiecentrum zijn bereidheid, als
zou blijken, dat het project veel meer omvattend is dan men ge
dacht had en als de problemen allemaal veel groter zouden blij -
ken te zijn, dan verwacht werd? In dit verband zou spreker ook
graag weten wat voor soort onderzoek ingesteld wordt, een socio
logisch een economisch of een medisch, door wie dit onderzoek
gedaan wordt en hoeveel tijd er mee gemoeid zal zijn.
Tot slot zou spreker nog graag weten of de stichting Moederheil
misschien zelf ook plannen, die misschien de moeite van het over
wegen waard zouden zijn, met het complex gehad heeft of nog
heeft, want hij zou niet graag zien, dat eventuele plannen van
Moederheil gefrustreerd zouden worden, omdat de gemeente haar