148
11 MAART 1964.
ontwerp, hetgeen gebeuren kan ondanks de voortvarendheid van de
betrokken oud Bredase Excellentie, zou "het er vlug bij zijn" veel
geld kunnen kosten.
Spreker verwacht.dat in het rapport duidelijk tot uiting zal komen,
of het gebouwencomplex zich zonder hoge kosten voor het doel
leent. Een van de experts heeft zich hierover niet onverdeeld gun
stig uitgelaten.
Een volgende kwestie, waaraan naar zijn smaak aandacht zal moe
ten worden besteed is de samenstelling van het stichtingsbestuur.
Met de inspecteur van de volksgezondheid acht hij een onderzoek
naar een brede basis, met inbreng van alle locale ziekenhuizen ge
wenst. Een plaats zal bovendien ingeruimd moeten worden aan de
ziekenfondsen en vooral aan de sociale verzekeringsbank, want dit
zal wellicht de grootste opdrachtgever van dit nieuwe centrum wor
den.
Ondanks het kritische geluid, dat spreker heeft laten horen, heeft
hij toch waardering voor de door de leden van het betrokken stich
tingsbestuur ontplooide initiatieven en ook voor het door het colle -
ge en de betreffende wethouder ter tafel gebrachte,want hij rea
liseert zich zeer wel, dat dergelijk soort zaken niet gemakkelijk
tot het bereiken van dit stadium van voorbereiding zijn te brengen.
Tot slot stelt spreker nog enkele concrete vragen:
1. de wethouder heeft in de afdelingsvergadering het militaire re
validatiecentrum als voorbeeld genoemd. Is het hem bekend dat
dit centrum zal worden opgeheven
2. Is het de wethouder bekend, dat de plaatselijke ziekenhuizen
door gebrek aan ligruimte zullen moeten overgaan of zijn over
gegaan tot het instellen van een numerus clausus voor normale
bevallingen en dat ineen periode waarin de toename van de be
volkingvan de stad toch waarlijk niet een gevolg is van emi
gratie, terwijl bovendien de woonomstandigheden in veel ge
zinnen het bevallen aan huis minder gewenst doet zijn
3. Zal in de taakomschrijving voor de samenstelling van het rap
port komen te staan, welke status het instituut voor de opleiding
voor de paramedische begeleiders in het nieuwe verband zal
krijgen
Mevrouw VAN MIERLO gelooft het nu voorliggende plan te kun
nen toejuichen.
Zij hoopt echter, dat het niet de bedoeling is, dat de kleinere re
validatiecentra, die bij de ziekenhuizen liggen of nog zullen wor
den opgericht, in het nieuwe instituut worden ondergebracht, zo
dat die geen reden van bestaan meer hebben. Zij meent dat deze
centravlak bij het ziekenhuis gelegen, juist redenvan bestaan heb
ben, omdat de patiënten zo gauw mogelijk daar heen vervoerd kun
nen worden. Deze mogelijkheid zal niet altijd bestaan als het re
validatiecentrum ver van het ziekenhuis is gelegen.
De heer VAN CASTEREN vraagt wat de toekomst is van de so-