156
11 MAART 1964.
Zij gelooft niet dat "ter beschikking stellen""cadeau geven" is.
Zij vindt de formulering goed.
Wethouder VAN BIJNEN benadrukt nog eens, dat de inspecteur
zo geadviseerd heeft.
De heer VIS zegt, dat hij het er niet mee eens is, omdat de
gemeente naar zijn gevoel geen enkele titel zou hebben het toe
stel terug te vragen, als de ter beschikking stelling volgens arti
kel 72 gebeurt. Hij ziet er het nut niet van in waarom de andere
methode niet zou worden gevolgd.
Een zekere ongelijkheid ten opzichte van andere scholen zou daar
door worden voorkomen. Spreker weet dat in elk geval in één raad
een soortgelijke discussie heeft plaats gehad en dat men daar in de
richting is gegaan, zoals hij die heeft aangegeven. Hij blijft van
mening, dat dat juister is.
De VOORZITTER gelooft toch ook wel, dat het voorgestelde
effect er door te bereiken is.
Wethouder VAN BIJNEN zegt, dat inderdaad precies hetzelfde
effect bereikt wordt. Het televisietoestel blijft van de gemeente
en het gemeentebestuur krijgt het terug na het experiment en het
schoolbestuur gaar daarmede akkoord. Dit gebeurt zo op advies
van de inspecteur Van het lager onderwijs.
De VOORZITTER zegt, dat in het voorstelin ieder geval sprake
is van artikel 72. De mogelijkheid of de methode als gesuggereerd
door de heer Vis zal nog worden bezien.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
18. VERZOEK VAN DE STICHTING VOOR HOGER TECHNISCH
ONDERWIJS TOT INTREKKING VAN DE OP 22 FEBRUARI 1961
AFGEGEVEN NOODZAKELIJKHEIDSVERKLARING VOOR DE
OPRICHTING EN INSTANDHOUDING VAN EEN DAGOPLEI
DING VOOR LEERLING-ANALIST AAN DE H.T.S.
Overeenkomstig het preadvies wordt besloten zonder hoofdelijke
stemming.
19. VERHOGING VAN HET KREDIET VOOR DE VERBOUWING VAN
DE BEYERD-GEHOORZAAL.
De heer QUADEKKER zegt in de afdelingsvergadering de wijs
heid te hebben opgedaan, dat er in het voorstel moet staan, dat
het onderdeel C 10in het netto investeringsvolume en niet onder
deel C 2 hiervoor ruimte biedt.