162
11 MAART 1964.
Hij weet niet of de raad er hem een plezier mee doet dit gebouw
als C te categoriseren.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat beide kerken, zowel die aan
de Ginnekenstraat als die aan de Haven, op de monumentenlijst
hebben gestaan en dat de heer Hotke, directeur-generaal van mo
numentenzorg hem verzekerd heeft dat dat een vergissing was. De
bisschop heeft inderdaad subsidie gevraagd ten behoeve van de ka
thedrale kerk doch monumentenzorg heeft daarop afwijzend be
schikt. Dit soort kerken is blijkbaar elders in Nederland nog ineen
betere uitvoering voorhanden en daarom heeft monumentenzorg
gezegd, dat ze rustig van de lijst afgevoerd kunnen worden.
De VOORZITTER meent te weten, dat door monumentenzorg
in een andere fase wel degelijk suggesties zijn gedaan, dat de kerk
wel onder monumentenzorg zou vallen. Dit is een persoonlijke me-
dedeling van de plebaan van deze kerk. De raad heeft niet alleen
de bevoegdheid gebouwen van de lijst af te voeren, maar óók om
er op te plaatsen.
Wethouder Vermeulen zegt daarvoor niets tevoelen.Hij heefthier-
over met de heer Hotke gesproken en deze heeft gezegd: "Voer
ze maar op".
De heer QUADEKKER zegt, dit alleen maar te hebben gevraagd
omdat hij hierover in vroeger jaren iets gehoord heeft.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat er een aanvraag in studie is
geweest, doch dat monumentenzorg nul op het request heeft gege
ven. De heer Hotke heeft zelf gezegd, dat het een vergissing is,
dat deze kerk op de lijst staat en dat het beter is ze maar van de
lijst af te voeren.
De heer QUADEKKER zegt, dat we dan uitgepraat zijn.
De heer VAN DER WERFF zegt, dat bij beide kerken het be
zwaar hierin gelegen is, dat ze gebouwd zijn op een kademuur,
waardoor ze allerlei enorme verzakkingen meemaken. Hij ver
onderstelt, dat dit een van de argumenten geweest is.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel besloten.
23. VOORSTEL TERUGGENOMEN.
24. VERHOGINGVAN HET KREDIET VOOR DE OPRICHTING VAN
EEN TWEETAL WIJKGEBOUWEN VOOR DE JEUGD.