164 11 MAART 1964. Het is juist een gezelschap, dat eigenlijk tot taak heeft van over heidswege de zaken voor te bereiden voor de raad. Derden zijn dus eigenlijk partijen, waarmee contact zal worden opgenomen om Breda te representeren. Dit jaar is dat het Bredaas Mannenkoor en volgend jaar weer een ander gezelschap. Spreker vervolgt, dat hij echt niet van plan is om buiten het stad huismilieu anderen behalve de genoemden zoals de Kamer van Koophandel en geschiedkundige leringen tot dit gezelschap toe te laten. De wijziging in "tenminste 9 leden" zal wel geen bezwaar ontmoeten. Voor wat de opmerking over het financieel verslag betreft, zegt spreker, dat de redactie berust op de wet der stichtingen en dat er op korte termijn beslist zal moeten worden of het een particuliere, dan wel een overheidsstichtingzal zijn. De normale thans bestaan stichtingen gaan verdwijnen en daar is door dit voorstel reeds op vooruitgelopen. Dit wordteen autonoom gezelschap.dat zijn ver slag ter kennis van de raad brengt. De raad heeft niets vast te stel len als eenmaal het krediet is gegeven,hetgeen in de geest is van de verwachte wetgeving. De heer BROEDERS vraagt of het als aanvulling voorgestelde daar mede in strijd is. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Dit is een autonoom ezelschap, wat ook op het punt der financiën alleen verslag uit- rengt.De raad heeft dan altijd nog wel gelegenheid om daar kri tiek op uit te oefenen. De rekeningen worden door het bestuur vast gesteld en daarom is het belangrijk, dat er veel raadsleden in zit ten, omdat dat vertrouwensmensen van de raad zijn. Spreker vervolgt, dat de tekst een beetje "barok" is. De doelein den van de unie zijn geformuleerd en ontleend aan de tekst zoals die vorig jaar is vastgesteld. Het bestuur gaat graag in op de ge dane suggestie om de tekst wat te stroomlijnen. Het zal dus wor den: "Het bevorderen van uitwisselen op alle gebied tussen de in woners dezer steden, teneinde voor een beter wederzijds begrip de Europese gedachte te verwerkelijken en bij te dragen tot samen werking in de Europese eenwording". Rest nog de vraag of de sprekers na deze toelichting nog van me ning blijven, dat het bestuur uit tenminste 9 leden moet bestaan. Spreker geeft er de voorkeur aan de tekst op dit punt te laten zo als hij is. Voor wat de financiën betreft zegt hij toe dat het gevraagde ver slag zal worden gegeven. De heer VAN GASTEL gelooft dat het voorstel van de voorzit ter en dat van hem op hetzelfde neerkomen. Hij heeft geenszins beoogd te betogen, dat het nu wenselijk zou zijn het bestuur uit méér dan negen leden te doen bestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 164