15 JANUARI 1964.
-17-
vangen. Van contact tussen de organisatoren en de beeldhouwster
Rueb is ons niets bekend.
Ons college betreurt de gang van zaken en is voornemens erop toe
te zien, dat iets dergelijks zich niet herhaalt.
VRAAG.
De heer VIS wijst er opdat gezien de ontwikkeling van nieuwe
stadswijken bepaalde straten een grotere functie krijgen. Hij denkt
hier aan straten, die oorspronkelijk tot het oude gedeelte van de
stad behoren, b. v. de Dillenburgstraat.
Door het gereedkomen van het Mariaveld en straks van het uitbrei
dingsplan IJpelaar, heeft deze straat eenveel belangrijker functie
gekregen. Spreker vraagt aan burgemeester en wethouders om in
dit soort straten een parkeerverbod aan een zijde in te stellen»
ANTWOORD.
Het is ons college bekend, dat de verkeerssituatie inde Dillen
burgstraat - mede door de aan beide straatzijden geparkeerde auto's -
bijzonder moeilijk is.
Een oplossing van het verkeersvraagstuk is in onderzoek. Na het
horen van de verkeerscommissie over de te nemen verkeersmaat
regelen zal oponderwerpelijke aangelegenheid worden teruggeko
men.
VRAAG.
De heer VAN CASTEREN zegt dat op de noordelijke hoek van
de kruisingCimburgalaan - Boeimeerlaan een terrein al ongeveer
één jaar braak ligt. Spreker vraagt welke bedoeling burgemeester
en wethouders met dit terrein hebben en wanneer deze bedoeling
gerealiseerd zal worden.
ANTWOORD.
Op de aangeduide plaats heeft eerder de z. g. "indianenkuil"
gelegen. De omwalling van deze speelgelegenheid is enige tijd
geleden, wegens ondoelmatigheid opgeruimd.
De dienst van beplantingen zal in het komende plantseizoen om
de zandvlakte een beplanting (met een eenvoudige afrastering)
aanbrengen, om zodoende een beveiligde speelgelegenheid te
creëren.
VRAAG.
De heer VAN GASTEL zegt dat het einde van de Jacob Cats-
singel leidt naar de ingang van het Diaconessenhuis.
Op het kruispunt van de Langendijk en de Jacob Catssingel, nabij