179 1 APRIL 1964. en hulde jegens mijn echtgenote, woorden en gevoelens die ikvan ganser harte bijval en waarvoor wij hem zeer erkentelijk zijn. Want zeker ook voor een burgemeester geldt het bijbelse woord: Een sterke en lieve vrouw, wie zal haar vinden, als van verregekomen is hare waarde Aan mij thans de taak om nog eens na wethouder Meijs een venster te openen op het ambt zelf dat ik dank zij Gods goedheid in een zo bewogen tijdsgewicht en temidden van een zo grote diversiteit van mensen, milieus en tijdsomstandigheden mocht vervullen. Het burgemeestersambt kent - zoals U bekend is - zijn eigen, sinds Thorbecke, vrijwel gelijk gebleven specifiek Nederlandse signatuur, welke het buitenland ons zo dikwijls benijdt. Het heeft zijn eigen staatsrechtelijke benoemingsprocedure en status, maar tevens ver draagt het ambt niet alleen maar verlangt het zelfs een persoonlij ke snit; van die snit heeft de heer Van Gisbergen gesproken. Welis waar geen excentrieke snit, maar een, die toch kan variëren van klassiek via ouderwets tot hypermodern, van die van de bedachtza me gereserveerde regent, via de gemoedelijke burgervader tot en met die van de lenige, bewegelijke en "gehaaide" manager vanhet gemeentelijk klein of grootbedrijf - zoals Dr. Kortmanndeze typo graphic zo treffend in het door hem bewerkte boek van Claudius Prinsen heeft gegeven. Maar terwijl de "stiel" en de snit van de burgemeester en dus van de bestuurskunst veranderde, veranderde ook de aard en de omvang van de bestuurskunde in ons legislatief en administratief zo over- ontwikkeld land. Het werd een kunde, die niet louter en alleen de theoretische ken nis van de inrichting en werkwijze van de staat en het reglement van orde van de gemeenteraad betreft, maar die zich pragmatisch richt ook op de kennis van de jongste ministeriële circulaire, op de concrete situatie van het ogenblik, op de kennis van het laatste nieuws - burgemeesters moeten dus ook goede krantenlezers zijn - en op het te verwachten nuttige effect van een spoedvergadering, een hearing of een snelle dienstreis. Aan kans op spanningen, verwikkelingen en discontinuïteit dus geen gebrek. De kunst is nu maar er vooral niet overspannen van te ge raken. Trouwens de moderne mensen zijn er aan gewend en ten zeerste aan gehecht in deze bewegelijke, steeds veranderende sfeer te leven en te werken. Maar bovendien blijft ook in dit huidige leefpatroon de alles over treffende waarde van het direct menselijk of ambtelijk contact, van het open gesprek, van de eerlijke kritische benadering en van de loyale samenwerking geheel ongerept en onaangetast. Hier van te mogen getuigen in Uw midden jegens Uw raad en je gens al degene, waarmede ik in het heden en in het verleden ge meentelijke of maatschappelijke belangen mocht dienen is mij een waarachtige behoefte des harten. En ik mag herhalen, dat het de liefde en sterkte van mijn vrouw is geweest, die steeds met mij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 179