199
15 APRIL 1964.
uiteindelijk afwas en in diens schrijven wordt dit wel min of meer
toegegeven. Nu is de heer Snijders een keer op bezoek geweest op
de afdeling volkshuisvesting bij de heer Melis, hij heeft daar een
kaart gezien, waarop het gedeelte, waarop zijn huis staat - het
nog resterende deel-was aangegeven als zijnde agrarische bestem
ming. Men heeft hem toen onmiddellijk gezegd dat dit niet juist
was; dat kon hij weten. Het voorliggende plan geeft voor dit ge
bied ook geen agrarische bestemming aan; het gaat om sport- en
speelvelden. In feite is de situatie dus zoals het was toen de heer
Snijders volgens zijn eigen bezwaarschrift aan spreker had gezegd
dat hij ermede akkoord ging. Spreker begrijpt dan ook niet bijzon
der veel van de motieven, die geleid hebben tot het indienen van
het bezwaarschrift, want die zijn er niet. Het enige nieuwe mo
tief is een veronderstelling, die dus niet waar blijkt te zijn, omdat
de betrokken grond niet de bestemming van agrarisch gebied heeft
gekregen. Spreker zou dus zeggen dat men in alle redelijkheid had
mogen verwachten dat de heer Snijders zich zou hebben gehouden
aan datgene wat met hem was afgesproken. Hij had dus zelf inge
zien dat handhaving van de 7000 m2 grond voor zichzelf toch ei
genlijk onvoldoende was om daar enig bedrijf met kans op succes
te voeren.
De heer Snijders doet het nu in zijn bezwaarschrift voorkomen als
of hier geen algemeen belang meer in het geding is en alsof het
alleen maar zou zijn een bevoordelen van de ene agrariër ten kos
te van de ander. Dit is zeer beslist niet het geval. Spreker heeft
al aangetoond dat de eigendommen, die de heer Snijders daar had,
beslist onvoldoende waren om daar een bedrijf gaande te houden.
Maar tijdens de onderhandelingen met de andere partner in dat ge
bied kwam de gemeente voor de complicatie te staan dat een boom
kwekerij voor ongeveer de helft zou moeten worden geliquideerd,
tenzij de gemeente in staat zou zijn voor die helft vervangende
grond aan te bieden. Spreker is geneigd om te zeggen dat het toch
wel van algemeen belang is dat de gemeente ook tracht de gronden,
die ze nodig heeft voor haar uitbreidingsplannen, tegen een zo
laag mogelijke prijs te verwerven, zonder daarbij degene, die de
grond moet afstaan, tekort te doen. In de onteigeningsprocedure
is inderdaad het aanbod gedaan van vervangende grond voor het
gedeelte dat door de betrokken firma moest worden afgestaan aan
de gemeente in het belang van de volkshuisvesting. Gemeend werd
dat de gemeente een niet onbelangrijk financieel voordeel kon wor
den bezorgd zonder iemand te schaden. Daar komt nog bij dat de
boomkwekerij als uiterlijke verschijning in het gebied, waar deze
ligt, n. 1. een gebied voor passieve recreatie, grenzende aan de
Terheijdenseweg, kan worden geaccepteerd. Als het mogelijk zou
zijn in het overblijvende gebied van de heer Snijders een warenhuis
te bouwen zou dit in die omgeving een veel minder gewenst, en
uit stedebouwkundig oogpunt zelfs ongewenst, effect geven. Spre
ker gelooft dat het niet zo is dat de heer Snijders mag stellen dat
hij eigenlijk min of meer overrompeld is.