201 15 APRIL 1964. het uitbreidingsplan nader aan te passen met de toestemming om daar een warenhuis te bouwen. Het uitbreidingsplan zou dan gewij zigd moeten worden, zoals de heer Snijders zich dat wenste, het geen dus niet in overeenstemming zou zijn met het uitbreidings plan voor dit gebied. In een bepaalde fase is door adressant zelfs voorgesteld om het perceel dan maar weer aan hem te verhuren, nadat op liquidatiebasis 330.000,- zou zijn uitbetaald. De heerBarij heeft gezegd dathij voor zichzelfhet gevoelheeft dat het wel eens zou kunnen dat, indien Snijders een procedure zou inzetten, hij er misschien nog wel in zou slagen om deze koopover eenkomst ongedaan te maken. Spreker kan mededelen dat ook burgemeester en wethouders zich dienaangaande hebben beraden, maar gezien hetgeen uit de geci teerde stukken is gebleken, en het feit dat de heer Snijders gerui me tijd voor het passeren van de akte op de hoogte was van het feit dat het hier niet om agrarisch gebied gingen dat hij zich van juri dische bijstand had kunnen voorzien, is er bij burgemeester en wet houders niet de vrees aanwezig dat zo Snijders een dergelijke pro cedure zou willen beginnen hij enige kans van slagen zal hebben. Burgemeester en wethouders voelen zich in deze zaak bijzonder gerust en zij zijn in het geheel niet van oordeel dat hunnerzijds immoreel of a-moreel is gehandeld. Aan de betrokkene is gegeven wat hem toekomt; op basis van de deskundige adviezen mag zelfs van een stijve prijs worden gespro ken. Mevrouw VAN MIERLO is gedeeltelijk voldaan door het betoog van de wethouder, maar als spreekster goed is ingelicht, is het koopcontract op 14 oktober definitief getekend, terwijl de nieuwe plannen op 13 december zijn uitgekomen. Spreekster is het met de wethouder eens dat met de overblijvende 7000 m2 het bedrijf niet interessant meer was. De heer Snijders heeft echter vroeger reeds 3000 m2afgestaan voorwegverbreding; nu ligt er boven het gebied van de heer Snijders nog een gebied van circa 3000 m2, dat on langs voor boomkwekerij is bestemd enhetwelk vroeger toebehoor de aan de heer Vriens. Dit is ook door de gemeente gekocht; spreekster dacht als de ge meente aan de voorzijde van een bedrijf 3000 m2 moet afnemen, het logisch zou zijn als ter compensatie het stuk aan de bovenzij de wordt aangeboden, waardoor bij een oppervlakte va»3000m2 7000 m2 wel een bedrijfsexploitatie mogelijk wordt. Op deze wijze zou de gemeente aan de neer Snijders toch wel re delijk tegemoet kunnen zijn gekomen. De heer BARIJ heeft geconcludeerd dat de heer Snijders zich na het verlijden van de notariële akte akkoord heeft verklaard met de inmiddels gewijzigde omstandigheden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 201