13 MEI 1964c
234
spoorlijn en de verdere uitbreiding is het vanenorm belang dat de
ze plannen worden doorgezet.
Komend tot bespreking van het contract kan hij zeggen blij te zijn
met de plaatsgehad hebbende voorbehandeling hiervan in een ge
combineerde vergadering van de afdelingen van openbare werken
en financiën. Hierdoor toch konden verschillende punten uitvoerig
worden besproken. Spreker's eerste opwelling bij die vergadering
- en dat wil hij nu toch ook even lanceren - was dat hij niet zo
erg gelukkig was met de financiële verhouding 80^ -lö^/oJHij heeft
het gevoel dat de spoorwegen enigermate misbruik van nun mono
poliepositiehebben gemaakt, evenals van hun wetenschap dat Breda
de noodzaak heeft dit plan te verwezenlijken. Hij wil daarbij niet
zeggen dat het college niet alles wat mogelijk is zou hebben ge
daan om deze cijfers een voor Breda beter aanzien te geven. Hij is
er van overtuigd dat het college alles heeft gedaan wat mogelijk
was. Het contract doorlezend stuit hij toch regelmatig op bepaal
de voordelen die de spoorwegen zich zeer sterk hebben voorbehou
den. Een voorbeeld wat hem bijzonder aanspreekt is dat Breda een
station heeft dat in wezen eigenlijk een krotwoning is. Een verou
derd ding dat wanneer er hier geen sprake was van hoogspoor, on
getwijfeld door de spoorwegen zou moeten worden verbeterd. Dit
is allemaal nodig voor hun eigen outillage, met name voor het
stationsemplacement en het ook in de overeenkomst genoemde sein-
wezen. Breda moet aan dit station volledig 80j°lo betalen, terwijl
dan nog de eis wordt gesteld dat er een reconstructie van het Sta
tionsplein komt. Als zoveel moet worden betaald zou spreker toch
dolgraag een behoorlijke vinger in de pap willen hebben bij de
vormgeving van het station. Breda zal dan inderdaad het Stations
plein wel netjes aanpassen.dat kan haar rustigworden overgelaten,
want dat moet door de gemeente helemaal worden betaald. In heel
de overeenkomst is door de spoorwegen een keiharde positie inge
nomen. Spreker maakt het college hier geen verwijt van, maar het
valt hem erg tegen.
Bij de financiering resteert uiteindelijk een bedrag van 26.000.000,-
dat moet worden gevonden. Hier wordt dus risico voor gelopen.
Spreker is het met de gedachtengang van het college en de voor
gaande sprekers eens dat het risico gezien het enorm belang, geno
men moet worden. Alles wat mogelijk is, zal moeten worden ge
daan om bij het rijk en zo mogelijk met medewerking van gede
puteerde staten, een uitkering fonds perdu te verkrijgen.
Anders ziet hij voor de toekomst ten aanzien van andere objecten
die ook in het schema zijn ingepast, zeer veel moeilijkheden. In
het verleden is getracht het hoogspoorplan helemaal in het inves
teringsschema in te passen maar het is nooit goed gelukt en zoals
het er nu ligt zal het zeer zeker moeilijk zijn.
Toch is het goed dat er op het ogenblik een basis is waarop verder
gepraat kan worden en waarbij naar spreker's idee getracht moet
worden met hulp van gedeputeerde staten en de rijksoverheid op de
een of andere wijze uit de financiële moeilijkheden te komen.