237
13 MEI 1964.
van de spoorwegen maar zo hoog mogelijk te doen zijn. Daarbij
moet de raad ook willen aannemen dat de spoorwegen uiteindelijk
eenzelfde politiek ten opzichte van Breda hebben gevoerd en het is
nu eenmaal een feit dat het niet de spoorwegen zijn geweest die
naar de gemeente Breda zijn gekomen met het verzoek om in Breda
een hoogspoor te mogen maken maar dat het de gemeente Breda is
geweest die naar de spoorwegen is gegaan met het verzoek of zij be
reid zouden zijn medewerking te verlenen aan de tot standkoming
van dit hoogspoor.
De spoorwegen stellen zich zakelijk volkomen terecht op het stand
punt dat degene die komt zal moeten betalen. Dit is een standpunt
dat niet alleen de spoorwegen, maar dat ook bij transacties bij ver
werving van eigendommen wordt ontmoet. Men komt bij iemand
en die maakt van de situatie gebruik.
Zo hebbende spoorwegen ook gedaan. Er moet voor worden gewaakt
de zaak niet al te subjectief te beoordelen. Er is een ambtelijke
commissie geweest, waarinde meest terzake kundige mensen - ook
van andere gemeenten - zitting hebben gehad, welke met de des
kundigen van de spoorwegen heeft onderhandeld. In het begin was
men het er niet altijd volledig over eens hoe de kosten verdeeld
zouden moeten worden, maar uiteindelijk is men op dit percenta
ge uitgekomen en het college heeft dit aanvaard. Het college heeft
in de onderhandelingen een partner tegenover zich gehad die hard
zakelijk was, maar het meent dat de kostenverdeling in deze vorm
zowel voor de gemeente als voor de spoorwegen aanvaardbaar is en
heefter zich om de zaak verder te brengen, akkoord mee verklaard.
Het typische in de hele zaak is dat de 19\°!o niet een percentage is
wat nu alleen maar in de onderhandelingen tussen Breda en de spoor
wegen naar voren is gekomen. Het laatste hoogspoorproject was dat
van Tilburg en daar is ook door de spoorwegen 19^% betaald. De
rest heeft Tilburg er zelf bij moeten doen. Tilburg had daarbij het
voordeel dat zij het plan heeft geëntameerd in de periode van de
subjectieve bijdragen en heeft uit dien hoofde nog een verhoging
in de uitkeringen kunnen krijgen. Breda heeft dit voordeel niet en
dat is ten opzichte van Tilburg een nadeel. Het is spreker niet be
kend of andere plaatsen waar hoogspoorwerken zijn uitgevoerd meer
van de spoorwegen hebben gekregen. Hij meent dat voor Leiden de
bijdrage 25was. Nu is het natuurlijk moeilijk zonder de concrete
plannen die 25% te vergelijken, maar het is in ieder geval ook geen
hoog percentage. In Delft bestaat op het ogenblik nog geen over
eenstemming tussen de gemeente en de spoorwegen terwijl daar de
werkzaamheden al op gang zijn. Ook het gemeentebestuur van Delft
staat op het standpunt dat het uiteraard onmogelijk is om alle kos
ten voor rekening van de gemeente te nemen en die te financie
ren uit de objectieve uitkering uit het gemeentefonds. Met betrek
king tot de bijdrage van de spoorwegen kan dus worden gesteld dat
uiteraard ook het college deze om meerdere redenen graag hoger
had gezien. Er is echter niets aan te veranderen, er is van de spoor
wegen niets meer te halen dan in het voorstel wordt gezegd.