247
13 MEI 1964.
De heer QUADEKKER zegt dat andersom het toch net zo goed
kan. Dit staat echter niet in het voorstel er staat dat als er niet-
r. k. meisjes worden opgeleid ze niet in r. k. ziekenhuizen tewerk
worden gesteld.
WethouderVAN BOXTEL gelooft dat er spraakverwarring is. De
ze tewerkstelling is geen onderdeel van het voorstel, het is alleen
een toelichting op de gang van zaken zoals die het college is ken
baar gemaakt en die ter illustratie en informatie aan de raad zijn
doorgegeven, meer niet.
De VOORZITTER zegt dat er geen andere strekking is dan dat
niet-r. k. meisjes in r. k. instellingen ter opleiding kunnen worden
toegelaten.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
18. SUBSIDIE M. O. B. VANHET "GROENE KRUIS" VOOR HET JAAR
1964.
De heer BA YENS vraagt of de laatste zinsnede van pagina lvan
het voorstel luidende "die thans onder het Eindhovense m. o. b. val
len" niet moet zijn: "die dan onder het Eindhovense m. o. b. val
len".
WethouderVAN BOXTEL dacht aanvankelijk dat de heerBayens
met zijn opmerking gelijk had. Na overlezen is hem gebleken dat
het zoals het er staat, goed is.
Het is zo dat het aantal van de thans onder het Eindhovense m. o. b.
vallende gemeenten geringer wordt door de uitbreiding van de acti
viteit van het Bredase bureau.
De heer BAYENS zegt dat het Eindhovense m. o. b. tochslechts
in oprichting is.
Wethouder VAN BOXTEL zegt dat dit weliswaar zo is maar er
is sprake vaneen uitgestippeld rayon en op basis daarvan is het voor
Breda een bestaand m. o. b.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
19. BENOEMING LID COLLEGE VAN REGENTEN STICHTING "OU
DE MANNENHUIS".
Uitgebracht worden 37 stemmen, waarvan 36 op de heer Mr.
Ph. I. E. van Woensel en een op de heer W. van Vlokhoven, zodat
de heer Van Woensel is benoemd.
20. VERZOEKEN OM MEDEWERKING ARTIKEL 50 KLEUTERONDER-
WUSWET.