257 13 MEI 1964. deze raad in de toekomst goed in het oog moet worden gehouden. Hij vraagt of de wethouder eveneens nog iets wil zeggen naar aan leiding van zijn vraag over de sierende elementen. De heer VAN GASTEL wenst het voorstel van de heer Van Cas teren om te komen tot naamswijziging te ondersteunen en doet het voorstel deze tenaamstelling in stemming te brengen. Wethouder BASTIAENSENis van de kwestie van de beroepskun stenaar nogal huiverig. Hij heeft niet in het minste iets tegen be roepskunstenaars. Het betreft echter een beleidscommissie die in de zaken van beleid van advies moet dienen. Spreker kan zich voorstellen dat een beroepskunstenaar op dit gebied kwaliteiten kan hebben, maar dan zou hij er inkomen niet omdat hij beroepskun stenaar is maar omdat hij kwaliteiten heeft op het gebied van het geven van advies. Spreker wil er zich echt niet aan binden dat er zeker een beroepskunstenaar in moet komen, dat zou dus op grond van iets anders moeten zijn. Wat betreft het hiaat waar de heer Van der Werff over spreekt en dat er is indien men niet direct overgaat tot uitbreiding van het zich dan al gevormde team zodat het enige tijd duurt wanneer het uitgebreid team zich heeft geconsolideerd, neemt spreker aan dat het zo inderdaad kan worden gesteld. Toch gelooft hij dat het wel iets te zwaar is benadrukt. Want dan zou men ook kunnen zeggen dat praktisch niet tot vervanging is te komen, want dan wordt het team doorbroken. Hij pleit er voor om enige tijd met het nu voor gestelde college te manipuleren. Er moet ervaring mee worden op gedaan. Het is misschien heel goed mogelijk dat vrij spoedig blijkt dat er een wijziging in moet komen en dan wordt hiermede welbij de raad gekomen. Spreker meent dat het risico dat het college bij aanvulling enigszins stroef zou kunnen gaan werken gerust kan wor den genomen. Het lijkt echter wel juist de aanvulling te doen ge schieden in overleg met het reeds aanwezige team, waardoor er de meeste zekerheid is, dat het team goed zal werken. Naar spreker's mening zou het dan ook zeer gevaarlijk zijn om op dit moment plotseling met twee namen te komen, omdat dit een zaak is die enige overweging verdient. Eenvan de factoren dieerbij moeten worden betrokken is het even wicht dat er in de samenstelling moet zijn. Wat de naamstelling betreft stelt spreker voor om daar op dit mo ment geen uitspraak over te doen, dit moet eerst worden overwo gen. De naam "raad van beroepskunst" kan dan geen fraaie naam zijn, de namen die bedacht zijn zijn ook niet mooi. Duidelijk is toch wel wat men met de raad van beroepskunst bedoelt. De VOORZITTER zegt dat er reeds vier namen genoemd zijn. Hij kan no. 5 nog wel produceren. Hij wil alleen zeggen dat het woord "cultureel" er zeker niet in hoort en hij vindt het woord "be roepskunst" zeer uitstekend. Men zou ook kunnen zeggen instelling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 257