259 13 MEI 1964. Dit zal vermoedelijk de reden zijn geweest dat de begroting niet' bij de stukken ter visie lag, alhoewel zij uitvoerig in de afdeling is besproken. Spreker heeft begrepen dat de heer Vis geen bezwaar heeft tegen het voorstel maar dat hij liever nader omtrent de stuk ken werd geïnformeerd. Hij is te allen tijde bereid deze nog ter inzage te verstrekken, maar dit lijkt hem nu niet nodig want eerst als de concours-hippique vereniging zal vragen om de nu toege zegde garantie uit te voeren, zullen de stukken en papieren op ta fel moeten komen. Deze zullen dan in de sportstichting worden behandeld om te bekijken of er inderdaad geen andere mogelijk heid is dan het aanspreken van deze garantie. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten. 34. AANVULLEND KREDIET KLEEDGEBOUW KORFBALCOMPLEX POOLSEWEG. 35. AANVULLEND KREDIET BOUW EN INRICHTING VAN EEN SPORTHAL. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 37. BEVORDERING VAN HET WIJZIGEN DER GRENZEN TUSSEN PRINSENBEEK EN BREDA. De heer BROEDERS zegt dat het voorstel begint met de mede deling dat door de sociografische dienst der gemeente ten behoe ve van het beleid op langere termijn een prognose omtrent de te verwachten bevolkingsaanwas van Breda tot 1985 is opgesteld. Di verse prognoses ten aanzien van de bevolkingsaanwas heeft de raad al kunnen horenen lezen. Spreker herinnertzicb.dat in "Brabant in het nieuwe westen" werd gesproken van een bevolking van 200 250 duizend inwoners. De heer Vis heeft bij de begrotingsbehandeling over de visie van Prof. Thijssen gesproken. Deze komt in het jaar 2000 op 450 tot 500 duizend inwoners. Hij heeft toen gezegd dat het niet te boud is gesproken als er in 1980 wordt gerekend met een inwonertal van 175. 000. Er is een scala van prognoses waar heel verschillend over kan worden ge oordeeld. Bij de prognoses staat echter een urngvast en wel dat of men van een minimaal- of een maximaal getal uitgaat Breda bin nen afzienbare tijd voor bebouwing, voor bijzondere gebouwen, voor industrie, etc..grond tekort heeft. Het uitblijven van grond gebied is een kwestie die voor Breda al jaren zeer urgent is en die eigenlijk al speelt vanaf het opstellen van het plan Princenhage Noord. Al jaren was dit te voorzien. Bij de verwelking van zijn plannen kan men uitgaan van de opvat ting dat dit binnen het eigen grondgebied moet worden opgevan gen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 259