13 MEI 1964. 260 Er kan ook van worden uitgegaan dat grond verkregen moet worden door annexatie of dat er in minnelijk overleg met de daarbij be trokken gemeenten een oplossing mogelijk is. Nu kan spreker zeg gen dat aan annexaties van de kant van Breda uit, aantrekkelijke kanten zitten, Hij het toch bijzonder waardeert dat in overleg tussen de daarbij betrokken gemeenten Breda tot nu toe altijd kans heeft gezien om zijn problemen tot oplossing te brengen. Dit is een prak tische aanpak van het zo te noemen regionaal denken. Als spreker dit zo vooropstelt wil dat natuurlijk niet zeggen dat het voorstel alleen met juichkreten wordt tegemoet getreden. Te be treuren is dat een aantrekkelijk gebied - bekeken uit landschappe lijk oogpunt, uit een oogpunt van recreatie, zijn economische func tie in het stadsgewest, uit het oogpunt van de samenstelling van zijn bevolking - voor Breda verloren gaat. Ieder zal hier pijn over heb ben. Er woont een gezond agrarisch volksdeel dat in het bestel van de stad bijzonder waardevol is geweest en heeft vanuit zijn gezichts hoek zijn eigen inbreng gegeven. Bovendien is aan dat gebied in de loop der jaren nogal wat zorg besteed. Spreker is gisteren ineen on derhoud met mensen uit dat gebied gebleken dat men enigermate bevreesd is of men het onder Breda bereikte verzorgingspeil wel kan handhaven. Hier moet b ij het onderwerpenjke voorstel aan worden gedacht en er moet naai worden gestreefd dat deze mensen op zo goed mogelijke wijze worden tevreden gesteld. Komend tot afwe ging van de belangen is te stellen dat Breda voor woningen, bijzon dere gebouwen en industrie naar de kant van de Haagsche Beemden veel meer ontwikkelingsmogelijkheden heeft als in het andere ge bied. Dit is dus van Breda uit geredeneerd. Maar als het wordt be redeneerd vanuit de mensen die in het gebied wonen; het nu nog Bredase-gebied, dan is het van bijzondere betekenis dat hun gebied onaangetast wordt gelaten en dat zij hun functie normaal kunnen blijven vervullen en dat Breda aan de rand van de stad een gebied heeft dat landschappelijk en recreatief toch wel bijzonder aantrek kelijk is. Zo bekeken is de voorgestelde overeenkomst niet onaan trekkelijk, zij het dat er hier en daar natuurlijk wel pijn zit. Spreker meent dat de grenswijziging voor Prinsenbeek niet onaan trekkelijk is. Het aantal hectaren dat Breda ontvangt is wel wat groter maar als daar 200 ha. bergboezem en noodbergboezem in wordt verdiscon teerd ligt het aantal hectaren ongeveer gelijk. Wat het aantal in woners betreft gaat Prinsenbeek er op vooruit, als het gebied wordt bekeken is het een prachtig gebied dat naar Prinsenbeek gaat. Maar omdat Bredase belangen er ook mee worden gediend mag men wel de instelling hebben dat dit Prinsenbeek graag wordt gegund. Na afweging der verschillende factoren is spreker voor het voorstel waarbij hij hoopt dat Prinsenbeek zijn taak ten aanzien van de zorg voor dat gebied en voor de inwoners ten volle mag blijven verstaan, De heer VIS zegt er bij de begrotingsbehandeling op te hebben gewezen dat de stad een snelle groei heeft te verwachten en heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 260