13 MEI 1964.
262
zijden tot stand gebracht moeten worden. Het beschouwen van an
dere alternatieven was voor de raad dienstig geweest.
Belangrijk is dat men is afgegaan op een prognose van de sociogra
fische dienst.
Inderdaad, er zijn verschillende prognoses gemaakt, maar hier is
een prognose gemaakt die is toegespitst op net probleem waarover
vandaag moet worden beslist.
Het was naar spreker's mening wei beter geweest als iets meer was
weergegeven op welke wijze deze prognose tot stand is gekomen.
Is hier uitsluitend rekening gehouden met de natuurlijke bevolkings
groei of is er ook een belangrijk vestigingssaldo bij betrokken ge
weest? Bij zo'n voorstel mag toch wel worden aangegeven welke
visie bij de prognose is gehanteerd ten aanzien van de functie van
Breda, ook ten aanzien van de vestiging uit andere dichtbevolkte
streken.
In het verleden is ook nogal eens gesproken over uitstraling vanuit
de randstad. Als derde wil hij stellen dat als een visie op de toe
komstige ontwikkeling wordt gegeven het goed is de ruimte af te
wegen die nodig is voor woon- en werkgelegenheid. Er wordt in
het voorstel gesteld dat in het nieuwe plan 200 ha. gereserveerd
zullen worden voor de werkgelegenheid. Hij vraagt zich af of dit
wordt gezien als een juiste verhouding tot de 50.000 inwoners die
in dit nieuwe gebied zullen komen en of hierbij is gedacht aan een
taakten opzichte van de stad als geheel. Het industriegebied van Bre
da heeft zich voor een heel groot gedeelte ontwikkeld ten noorden van
spoorlijn. Nu wordt aan de noord-west kant van dat industrieterrein
een woongebied gemaakt waarmede een afsluiting van dat indu
striegebied wordt bereikt. Nu zal men daar tot 1985 ongetwij
feld wel enige ruimte hebben, maar er zou verder moeten worden
gekeken ornaat dat gebied ook voor de ontwikkeling van de indu
strie van grote betekenis zou kunnen zijn. Voor het structuurplan
van Breda is een juiste verhouding tussen wonen en werken nood
zakelijk, waarbij spreker onmiddellijk wil toegeven dat de lig
ing van de Haagsche Beemden ten aanzien van het industriege-
iea dat daar als vervolg op het huidige industriegebied komt, in
derdaad gunstig is.
Ten aanzien van het uit de Bredase gemeenschap verdwijnen van
de twee delen Effen en de Rith wil spreker zich aansluiten bij wat
de heer Broeders daar al over heeft gezegd. Voor deze gemeen
schappen heeft de nu gekozen oplossing zeer duidelijk bepaalde
voordelen. Deze zeer sterke leefgemeenschappen kunnen blijven
bestaan en dat is van maatschappelijke betekenis. Het is verheu-
end dat dit, in overleg met het college van burgemeester en wet -
oudersvan Prinsenbeek zo kan worden voorgesteld. Als geheel kan
spreker voor deze ontwikkeling begrip hebben, ook al omdat de
methode van annexatie voor Breda teveel tijdverlies zou opleveren.
Dit laatste is een van de belangrijke argumenten.
De inhet voorstel besproken mogelijkheid is waarschijnlijk de beste.