267
13 MEI 1964.
Dat het verzorgingspeil wordt gehandhaafd is natuurlijk bekend.
Het is de raad bekend dat Prinsenbeek op het ogenblik een derde
klas gemeente is en Breda tweede klas. Ieder hoopt dat het hele
klasseverschil nog eens verdwijnt.
Maar zolang het er is blijft het een voorwerp van zorg. Op dit ter
rein en ook op het gebied van onderwijs, subsidie en zulke dingen
meer zal door de betreffende wet voorzieningen worden getroffen.
Ook de punten die de heer Van Caulil heeft aangesneden zijneven'
zovele hoofdstukken.
Wat de gasvoorziening betreft kan spreker zeggen dat er veel groe
pen van de bevolking nog geen gasvoorziening hebben. Wat hier
nog moet worden gedaan behoeft nog nadere precisering.
Sprekend over de verhouding van woongebied en industriegebied
zegt hij dat het duidelijk is dat in de aansluiting op de bestaande
industrieterreinen de Mark het aangewezen vaarwater is om daar
tot verdere industrialisatie te komen. Men heeft daar voor de ver
re toekomst dus 200 hectaren, een heel aantal voor een industrie
terrein. Spreker gelooft dat een van de grote aantrekkelijkheden
van dit plan is (al zet mevrouw Van Mierlo daar misschien een
vraagteken achter) dat het woon- en werkgebied toch op zo goede
wijze aansluit. Als men zich zou moeten voorstellen dat de werkers
in het thans over te dragen gebied zouden worden gehuisvest en de
ontoegankelijkheid via de grote wegen die hierdoor dan zou ont
staan, de verkeersknooppunten die daar de gemakkelijke toegan
kelijkheid van het industrieterrein zou belemmeren, dan meent
spreker nu echt wel tevreden te mogen zijn dat het woon-en werk
gebied in het over te dragen gebied zo wordt gesitueerd.
De vraag kan gesteld worden of de raad er in 1957 goed aan heeft
gedaan om zich in dat jaar bij het besluit van gedeputeerde sta
ten neer te leggen. Het is echter een feit dat de raad dat heeft
gedaan en in het kader van die feitelijkheid, en dus niet met de
rug tegen de muur, moet de zaak opnieuw worden benaderd.
Spreker heeft grote waardering voor de bewonderswaardige mate
van objectiviteit waarmee de heer Verschuren tegenover het voor
stel staat. Men moet er zich rekenschap van geven dat zijn raads
lidmaatschap bij inwilliging van dit plan beëindigd wordt. Spreker
vraagt de heer Vermeulen nog diverse zakelijke punten te beant
woorden.
Wethouder VERMEULEN wil allereerst iets zeggen met betrek
king tot de verschillende prognoses en de ver uiteenlopende cijfers
die daar verband mee houden.
Prof. Thijssen voorspelt dat er in Nederland in het jaar 2000 20
miljoen personen zullen worden gehuisvest, maar diezelfde Prof.
Thijssen heeft uitdrukkelijk in zijn prognose gesteld dat dit niet wil
zijn of bedoeld te zijn een nieuwe bevolkingsprognose en hij heeft
zich dus gewoon gebaseerd op de bevolkingstoestand in Nederland
in 1950. Hij is daarbij uitgegaan van de verdubbeling van dit aan
tal tegen het jaar 2000; aan Breda is met name een aantal inwo-