13 MEI 1964.
278
worden gewezen. Hij twijfelt er wel niet aan maar wil het toch nog
eens onderstrepen.
Ten aanzien van de tariefbepaling mag het monopolistisch karak
ter van de gemeente niet overheersend zijn; dit gevaar is nl. aan
wezig.
Als het er om gaat voor of tegen het voorstel te zijn dan kan spre
ker zeggen gaarne voor te zijn waarbij hij zelfs een compliment
wil maken aan het college inzake het initiatief wat betreft de ver
antwoordelijkheid in deze. Hij hoopt dat het geheel ten dienste van
de mensheid zal mogen arbeiden.
Mevrouw KRENS wenst te vernemen wat er gebeurt met de chauf
feurs in dienst bij de Firma Van Oers. Zij vraagt of deze de gele
genheid krijgen om ook naar de gemeente over te stappen, maar
dan niet als chauffeur van de brandweerauto maar meer als chauf
feur van deze ziekenwagens.
Zij acht hierin wel enig verschil.
De heer VAN GISBERGEN zegt dat door de verschillende frac
tievoorzitters al heel veel complimenten zijn gemaakt aan het ad
res van de firma Van Oers.
Hij wil zich, hoewel hij ze wel kan onderschrijven, daar verder
niet mee inlaten.
Wel wil hij stellen dat hier ook waarderende woorden moeten wor
den gesproken over de manier waarop de onderhandelingen zij ge
voerd.
Het heeft lange tijd geduurd voordat de zaak tot dit resultaat was
gebracht en de onderhandelingen zijn steeds gevoerd op de meest
prettige wijze.
Hij gelooft dat hier een woord van lof aan het adres van wethouder
Van Boxtel zeker op zijn plaats is.
Dat neemt niet weg dat de ontwikkeling van het ziekenvervoer
oorzaak is dat weer een stuk particulier initiatief wegvalt. Dit be
treurt hij hoewel hij direct onderschrijft dat het niet anders kan.
Vervolgens vraagt hij wat precies onder spoedgevallen moet worden
verstaan.
Tenslotte wijst hij op een typefout in artikel 3 van het te sluiten
contract. Er staat mijn echtgenote, dit zal zijn moeten zijn.
Mevrouw VAN MIERLO zegt dat op pagina 3 van het voorstel
staat dat de A. Z. B.O. en de O. Z. medewerking hebben beloofd.
Hoewel zij dit toejuicht blijft haar echter de vraag wat de andere
grote ziekteverzekeringen doen, waarbij zij bijvoorbeeld denkt aan
grote collectieve ziekteverzekeringen zoals er lopen bij het mini
sterie van maatschappelijk werk, bij justitie, etc.
De heer BARIJ vraagt welke normen worden aangehouden wan
neer de vraag aan de orde komt naar welk ziekenhuis het slacht
offer bij een verkeersongeval vervoerd moet worden. Is er te de-