283 13 MEI 1964. der zal uitvallen dan wanneer die dienst als particulier bedrijf wordt uitgevoerd. Dit wordt mede verklaard door de bovenmense lijke inspanning die de Familie Van Oers, met hun echtgenoten, dag en nacht heeft geleverd en waar eigenlijk geen afzonderlijke betaling tegenover stond. Op hetzelfde moment dat men deze zaak in overheidsdienst gaat incorpereren zijn dit soort toestanden ui teraard niet meer denkbaar, omdat dan alles verloopt volgens ar- beidsrooster. De vraag van mevrouw Krens of de chauffeurs, werkzaam bij Van Oers, mede overgaan naar het apparaat van de gemeentelijke ge neeskundige en gezondheidsdienst beantwoordt spreker ontkennend. Dit schijnt bij de Fam. Van Oers ook geen probleem op te roepen, daar heeft het college zich van vergewist. De toevoeging van me vrouw Krens geeft spreker echter aanleiding er iets van te zeggen, zij zegt namelijk dat het als chauffeur bij de brandweer iets an ders is. Spreker vindt dit een kwalificatie die mevrouw Krens naar zijn mening niet had moeten gebruiken. De bemanning van het te vormen wagenpark wordt met chauffeurs van de brandweer in een pod geplaatst welke een voortdurende bezetting heeft. De brandweer- chauffeurs zullen minimaal een E.H. B.O. -diploma moeten hebben en meer dan dat zij goed kunnen chaufferen en een handje bijsteken daar waar zwaar werk moet worden gedaan zal niet worden ver eist. De leiding op de wagen ligt in handen van de dienstdoende verpleger en het wordt bepaald niet nodig geacht een eigen chauf feurs-corps op te bouwen. Dit werkt slechts kostenverhogend. Voor de g. g. en g. d. -sector is een combinatie van functies en belan gen denkbaar en realisatie hiervan is bepaald niet schadelijk voor de dienstuitoefening. Spreker is de heer Van Gisbergen zeer erkentelijk voor de dank, welke hij tot uitdrukking brengt voor de wijze van onderhandelen zoals hij die heeft afgeschilderd. Van de opmerking van de heer Van Gisbergen over mijn en zijn echtgenote is akte genomen. Het moet inderdaad "zijn" echtge note zijn. Moeilijker te beantwoorden is de vraag van mevrouw Van Mierlo hoe andere ziekteverzekeringen tegenover deze zaak staan. Naar spreker's mening behoeft dit niet al te belangrijk te worden afge schilderd. Die anderen vertegenwoordigen tezamen zo'n enorm scala van verzekeringsmaatschappijen en instituten dat men daar nooit een gesprekspartner aan kan hebben. De verzekeringsmaat schappijen zullen, voor zover bekend de verstrekking als zodanig verzekeren en niet een bedrag. Zij zijn, binnen het bedrag der verstrekking, gehouden de kosten te voldoen. Naar zijn mening zal dit geen grote moeilijkheden opleveren, het gaat een restant groep aan, de overgrote meerderheid der Bredase burgerij en die van het rayon zijn bij de ziekenfondsen waarmee is onderhandeld, aangesloten. De vraagvan de heer BARU of overleg is gepleegd met de zieken huizen en welke norm aangehouden wordt ten aanzien van zieken-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 283