13 MEI 1964.
284
huisbestemming kan kort worden beantwoord. Ook met de zieken
huizen is de gang van zaken besproken.
Men vond daar de overname der ambulance-dienst de gewoonste
zaak van de wereld. Niet gesproken is over de vraag naar welk zie
kenhuis de gewonden worden vervoerd.
Dat is in Breda bepaald niet in een stadium dat dit voor discussie
vatbaar is. Onze norm moet vooralsnog zijn dat de gewonde of de
gene die hulpverlening inroept daarheen wordt vervoerd, waarheen
hij zelf te kennen heeft gegeven vervoerd te willen worden. Het is
denkbaar dat hij dit persoonlijk niet kan, dan zullen de naastbe-
staanden dit tot uitdrukking kunnen brengen. Is ook dat niet moge
lijk dari zal men het, ook van een uitvoering in gemeentelijk ver
band, normaal moeten vinden dat men de snelst mogelijke hulp
eeft en dat men bepaald niet gaat praten over de vraag naar zie-
enhuis a, b of c. De gemeente verplicht zich om dit zoveel mo
gelijk te doen overeenkomstig de verlangens en het inzicht van de
meest betrokkene.
De heer BROEDERS zegt dat de wethouder bij de beantwoording
het zo heeft gesteld dat er ten tijde van de andere financiële rege
ling voor de gemeenten, nl. die met subjectieve uitkeringen, voor
de gemeenten alle belang bij was dat de paraatheidskosten van het
ambulance-vervoer voor rekening van de gemeente werd genomen.
Hij zegt dat het in de huidige situatie andersom is en er is dus alle
belang bij om het anders te doen. Spreker zou dit argument echter
anders kunnen gebruiken; juist door het feit dat onder de regeling,
welke de subjectieve uitkering kende.de overheid deze kosten voor
haar rekening heeft genomen, ontstond er eigenlijk een algemene
erkenning van de gedachte dat die paraatheidskosten voor rekening
van de overheid dienen te komen. Als gemeente heeft men daar
niet direct invloed op, maar anderen bovenaan de top hebben toch
wel degelijk nagegaan of dit een taak betrof die de gemeente voor
haar rekening zou moeten nemen. Men zou het dus zo ookuit kun
nen leggen. In de hele beantwoording vindt spreker hier nu niet het
sterkste argument om een nieuwe weg te zoeken. Hij kanwel begrip
hebben voor het argument dat er op dit moment nieuwe financie
ringsmogelijkheden zijn, met name in de sector van het zieken
fondswezen. Hierbij wil hij wel attenderen op het feit, dat uitein
delijk toch het Nederlandsche Volk de zaak betaalt, er vindt een
verschuiving plaats vanuit de inkomsten en belastinggelden van de
overheid naar de premies die in het kader van het bedrijfsleven
bijeen worden gebracht. Of van de ene-of van de andere kant, be
taald moet er worden. Niet vergeten moet worden dat de ontwik
keling van de kosten van het ziekenkostenpakket ook voor de zie
kenfondsen een zaak is die met bijzondere zorg moet worden na
gegaan.
Men kan ten aanzien van deze zaak niet stellen dat het allemaal
toch gemakkelijk betaald kan worden. Het is ook een kwestie van
uitkijken en kosten bewaken.