285
13 MEI 1964.
Spreker is het er mee eens - en heeft dit in eerste instantie reeds
fezegd - dat de voorgestelde weg zal worden gevolgd, omdat hij
et zo waardevol vindt dat in het bestand en in de regeling die in
Nederland onderkend kan worden dit nieuwe element wordt inge
bracht, waarmee de totaal discussie over deze financiering op gang
gebracht kan worden. Tevens heeft hij bedoeld te zeggen dat het
zijns inziens zo is dat deze nieuwe gedachte toch met een zekere
matigheid en voorzichtigheid moet worden gehanteerd. Op de lan
ge duur zal er toch ook in Nederland ten aanzien van de financie
ring van deze dienst een systeem moeten groeien waarbij een ze
kere eenvormigheid wordt bereikt. Hij meent dat het uitgesloten
zal zijn dat in Breda blijvend een uitzonderingspositie zal worden
ingenomen. In overleg nieuwe argumenten en opvattingen inbren
gen is op zichzelf waardevol en daarom acht hij het gelukkig dat
Breda met deze regeling komt.
Uit het antwoord van de wethouder heeft hij begrepen dat zeker niet
het karakter van een nutsbedrijf zal worden ingebracht en dat de
uitvoering en de uitbouw van de dienst primair gesteld wordt om
bepaalde tekorten op te vangen en de kosten te betalen uit algeme
ne middelen. Hij stelt dit nogmaals omdat hij dit de meest juiste
opvatting acht. Hij wil graag helpen die discussie en die nieuwe
opvatting mee op gang te brengen, maar maant tot een zekere ma
tigheid en voorzichtigheid bij het hele beleid, ook in verband met
de uitvoeringsmogelijkheden van de dienst zelf.
Ten aanzien van de tariefstelling heeft hij niet gevraagd om die
bij de begroting aan de orde te stellen, hij heeft alleen gevraagd
om daar nadien nog eens over te praten omdat er een paar merkwaar
digheden inzitten. Hij heeft er begrip voor dat dit vóór de begro
tingsbehandeling plaats moet vinden en zal hier graag zijn mede
werking aan verlenen.
De heer VIS heeft in eerste instantie al laten doorschemeren dat
hij voor het uitgangspunt van het college begrip heeft. In het ka
der van de nieuwe financiële verhoudingswet is het zaak te komen
tot zoveel mogelijke dekking van de kostprijs.
Hem blijven hieromtrent toch nog enkele vragen wat betreft de ta
riefstelling en de gevolgen welke die zal hebben. Hij stelt het daar
om erg op prijs als binnen niet al te lange tijd overleg zou kunnen
plaats vinden, zodat op tijd tot een juiste beslissing kan worden ge
komen.
De heer VAN DER WERFF zegt dat bekeerlingen meestal feller
zijn dan de oorspronkelijke gelovigen. Daarcmwilhij tegenover
de heer Broeders stellen dat wanneer er inderdaad een grotere graad
van paraatheid wordt - dat is niet iets afdoend aan de bestaande
graad van paraatheid - er snellere hulp wordt geboden. Als die hulp
snel wordt geboden krijgt men lagere ligkosten in het ziekenhuis,
tenzij en dat kan spreker niet veronderstellen - de heer Broeders
wil wachten tot de patiënt inderdaad gepiept is.