-28- 15 JANUARI 1964. de gesprekken. Spreker heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag naar de post openbare werken. Hij acht het logisch en ook te doen gebruikelijk dat advies wordt gevraagd van de huuradviescommissie. Zij is daarvoor in het le ven geroepen en voordat deze zaak aan de minister wordt voorge legd is het nog niet zo gek de zaak eerst bij die commissie te bren gen. Of de huur nu laag of vrij laag is, doet niets ter zake. Hij is er voor de voorzieningen te laten uitvoeren en ten aanzien van de huurverhoging zuiver af te wachten tot de minister bepaalt. De heer KRAMERS is, na de discussies in de afdeling openba re werken, verheugd dat de wethouder zo duidelijk heeft geant woord op de bezwaren die daar zijn geopperd, Hij is de wethouder erkentelijk voor de moeite die hij heeft gedaan om de gerezen vragen te beantwoorden. Spreker kan zeggen dat hij nu van zijn oorspronkelijke bezwaren afstapt. Hij kan daarom met het voor stel van de wethouder en de kosten fifty-fifty te verdelen mee gaan, waarbij hij hoopt dat het ministerie toestemming zal ge ven. De heer ZIJTREGTOP vindt, evenals de heer Kramer,het voor stel van de wethouder praktisch en doelmatig en daarom aanvaard baar. De heer KROON is ook dankbaar dat het vooroverleg in de af deling openbare werken heeft geleid tot het voorstel zoals het hier door de wethouder is gedaan. Hij onderschrijft dit voorstel vol komen. Hij wil echter vragen of het bedrag dat aanvankelijk zou worden gedekt uit de reserve nog wordt verhoogd. Is het de bedoeling van de wethouder het zo te doen? Wethouder VERMEULEN zegt dat wat aan de ene kant eraf gaat er aan de andere kant door belasting der reserve bijkomt. De heer VIS acht hetvoorstel van de wethouder alleszins rede lijk en hij gaat er gaarne mee akkoord. Hij vindt het verheugend dat de wethouder na de langdurige en zeer diepgaande en felle discussie in de afdeling openbare werken de zaak zeer wel heeft overwogen en met dit voorstel is gekomen. Hij vindt dat dit voor stel een minder willekeurige indruk maakt dan hetgeen in het pre advies staat. De heer MELZER sluit zich gaarne bij dit voorstel aan. De heer VAN CAULIL leest telkens inde stukken dat een even tueel afwijkend advies zal worden medegedeeld. Misschien had dit overleg bekort kunnen worden wanneer op een andere manier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 28