17 JUNI 1964.
307
ning wilt houden met hetgeen ik opmerkte, dan kan ik vooralsnog
met Uw voorstellen akkoord gaan.
De heer KROON wil van de gelegenheid gaarne gebruik maken
om de woorden, die door de heer Zijtregtop zijn gesproken van har
te te onderstrepen.
Hij doelt hier zowel op de voortvarendheid waarmede burgemeester
en wethouders de produktiestroom op gang trachten te houden als
op het inschakelen van de Bredase bouwondernemers.
De heer VIS sluit zich gaarne aan bij de woorden van lof, die
zijn gesproken. Ook heeft hij waardering voor het feit dat de Bre
dase bouwers een bouwcombinatie hebben gesticht, waardoor het
mogelijk is dat zij een produktiestroom gaan creëren.
Spreker wil er aan herinneren, dat hij er in het verleden op gewe
zen heeft dat door de grote souplesse van het Bredase beleid het mo
gelijk is geweest in minder gemakkelijke tijden toch nog een zo
groot mogelijke bouwproduktie te krijgen. Nu de mogelijkheden
wat verruimd zijn meent hij dat Breda er een zeer goed en efficiënt
gebruik van maakt en hij kanalleen maar hopen dat dit of het vol
gend jaar een produktie van minstens 1000 woningen per jaar zal
worden bereikt.
De heer MELZER sluit na de woorden van vorige spreker gaarne
aan met een woord van erkentelijkheid. Hij hoopt dat de produktie
stroom tot een brede stroom zal uitgroeien en dat het architectonisch
element hierbij niet verwaarloosd zal worden.
De heer QUADEKKER merkt op dat het gezegde luidt:"Wie zwijgt,
stemt toe"
Hij wil gaarne tot uitdrukking brengen dat dit zwijgen niet negatief,
maar positief zwijgen is. Hij stemt gaarne in met alles wat door de
vorige sprekers is gezegd en wil gaarne in zijn dank burgemeester
en wethouders, de wethouder, de dienst.de ambtenaren en de lie
den, die dit mede bedacht hebben, betrekken.
Wethouder VERMEULEN antwoordt dat burgemeester en wethou
ders zeer erkentelijk zijn voor de door de verschillende sprekers ge
uite waarderende woorden.
Daarbij zou hij voorafwillen opmerken dat deze ontwikkeling van
de continu-bouw nooit een kwestie kan zijn van de bemoeiingen
van één man, welke dan ook. Wat de uitvoering betreft is dit een
kwestie van bouw-teams. De voorbereiding, de gedachtenvorming
bij deze plannen is echter ook alleen te verwezenlijken bij een goed
teamverband. Daarom wil spreker deze vergadering, die burge
meester en wethouders zo erkentelijk is, ook even van de zijde van
burgemeester en wethouders in deze erkentelijkheid betrekken. Ook
de dienst van openbare werken en zeker niet in mindere mate de
afdeling volkshuisvesting van de gemeente-secretarie, die al dit
soort van zaken, waarvan men niet mag onderschatten wat er aan