17 JUNI 1964, 315 soort kwesties. Het kan best mogelijk zijn dat er een grotere meer derheid zou kunnen zijn, maar hij blijft van oordeel dat de onder nemer het beste de zaak zelf kan beoordelen. Wethouder Bastiaensen deelt mede dat deze aangelegenheid niet tot zijn normale portefeuille behoort, maar anderzijds toch wel zijn aandacht heeft. Elke afwijking van de winkelsluitingswet geschiedt op verzoek van het bedrijfsleven. Hiervan moet men uitgaan. De zaken langer of korter openhouden, de vakantieperioden, koopavonden geschiedt alleen op verzoek van de middenstand. Bij het beoordelen van een verzoek of het al dan niet moet worden toegestaan kunnende belangenvan de werknemer een zeer belang rijke rol spelen. Spreker wil de raad hierbij een voorbeeld noemen, dit is de kwes tie van de sluiting van de kappers op maandagmiddag. Volgens de c, a, o. was er een vrije middag of ochtend voor het personeel. Voor de ondernemers was dit aanleiding om een zodanige sluiting te vra gen dat dit voor het in dienst zijnde personeel een gehele vrije dag betekende. Thans heeft men te doen met optici&ns, die aanvanke lijk overleg gepleegd hebben, maar niet tot overeenstemming ge komen zijnde, een sluiting gevraagd hebben voor de maandagmorgen, waarbij zij achteraf tot de ontdekking gekomen zijn, dat gezien de ontwikkeling die gaande is om een gehele vrije dag voor het midden- en kleinbedrijf te verkrijgen de maandagmorgen wel aan sluit aan het weekend, maar niet leidt tot een gehele vrije dag. Een zeer groot aantal van deze ondernemers heeft toen gevraagd om deze maandagochtend-sluiting om te zetten in een maandag middagsluiting. Spreker moet echter de raad onder de aandacht brengen dat er slechts een halve dagsluiting kan worden ingevoerd. Dit is wettelijk zo voorgeschreven. Er kan dus uitsluitend voorgeschreven worden een verplichte sluiting op maandagochtend, maandagmiddag, dinsdag middag en woensdagmiddag. Hiermede vervalt, zo zegt spreker, al direct de suggestie om op zaterdagmiddag een verplichte middag sluiting in te voeren. Dit is voor deze branche uitgesloten. Voor deze branche heeft men dus de maandagochtend ingevoerd. Welke men nu zal kiezen is niet de taak van de raad, doch van het bedrijfsleven. De gemeenteraad kan alleen zeggen: "wij gaan ermede akkoord of niet". Men zal zich echter moeten richten naar het verzoek van het be drijfsleven. Dat er overleg gepleegd moet worden is in de wet niet geregeld. In de wet staat dat het verzoek moet uitgaan van de belangengroep. Spreker herinnert er aan dat het verzoek van deze groep is uitge gaan, maar er waren enkele ondernemers die het met dit verzoek niet eens waren. De Kamer van Koophandel, die dagelijks van dit soort verzoeken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 315