316 17 JUNI 1964. uit haar district krijgt, acht zich niet geroepen om belanghebben den bij elkaar te roepen, want dit zou betekenen dat men daar doorlopend dag en nacht zou vergaderen» Dit enqueteren geschiedt daarom per circulaire, waarop de ondernemer kan antwoorden of hij het met de voorgestelde regeling al of niet eens is. Spreker wijst er op dat het in het gehele land een gebruik is dat de Kamer van Koophandel zich laat leiden bij een meerderheid van ongeveer 65 - 70%. Er moet hierbij een zekere grens worden aan genomen omdat ei anders geen enkele winkelsluitingsregeling tot stand zou komen. De Kamer van Koophandel brengt dus een gunstig advies uit indien deze meerderheid van 65 - 70% wordt bereikt. Het spreekt vanzelf dat de kamer ook benaderd wordt door diegenen, die bezwaren te gen de voorgestelde regeling hebben. De raad zal het echter on getwijfeld duidelijk zijn, dat niet met alle bezwaren rekening kan worden gehouden, anders zou men nooit tot een advies kunnen komen. Nu de kamer in dit geval een gunstig advies heeft uitgebracht wil dit zeggen dat de vereiste meerderheid is verkregen. Dit is dus een meerderheid, die niet wettelijk is geregeld, doch die als norm in onderling overleg door alle Kamers van Koophandel in Nederland is vastgelegd en die men als richtlijn aanvaardbaar houdt. Spreker brengt onder de aandacht van de raad dat deze richtlijn ook hier is gevolgd en de raad behoeft niet te verwachten dat nieuw overleg tot iets anders zou leiden, dan wat nu gevraagd is. Dit is wel duidelijk gebleken, omdat wat nu gevraagd is, gespeeld is in twee fases en niet in één fase. Hij wil daarom adviseren zeker de zaak niet aan te houden en hij wil daarom ook de mededeling van de heer Van Caulil aanhalen, die zegt dat bij aanhouding ter wille van één ondernemer of ver andering van de regeling, de raad een eigenaardige bril opzet. Want dan zal men zich daar ook weer tegen moeten gaan verzet ten, omdat we in een democratische staat leven, waarbij de meer derheid van 50% 1 de zaak uitmaakt. Dit is nu eenmaal zo. In dit geval wordt echter nog democratischer geregeerd. Er wordt hier gezocht naar een meerderheid van 65 70% en het zou niet redelijk te achten zijn dat men een meerderheid van 100% zou gaan stellen. Het zou er voor het midden- en kleinbedrijf droe vig uitzien. Er kan dan geen enkele sluitingsregeling tot stand ko men. De heer KROON dankt de wethouder, die op de een of andere wijze aan de Kamer van Koophandel gelieerd is, voor zijn uiteen zetting. Het is voor de raad wel iets duidelijker geworden, maar men wist dit toch eigenlijk allemaal wel. Er is gesproken over 10 ondernemers. In het voorstel wordt gespro ken van 13 of 14 zaken. Het gaat natuurlijk om de ondernemers. Daarmede is hij het volkomen eens. Maar spreker vraagt zich toch af of er nu zoveel op tegen is dat burgemeester en wethouders dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 316