322
17 JUNI 1964.
bracht. Of is dit een ongevraagd advies geweest, zoals het voorstel
van Mr. Jacobs.
De heer VIS deelt mede, dat zijn fractie geheel akkoord gaat
met het voorstel van burgemeester en wethouders en spreker's frac
tie heeft geen vertrouwen in het slagen van het compromis, zoals
thans wordt voorgesteld, o.a. omdat de fractie meent dat het toch
een dusdanige gewrongen constructie zal zijn dat het onmogelijk
in het belang van het muziekonderwijs kan zijn.
De heer KROON deelt namens zijn fractie mede, dat naai het
geen wat heeft plaats gehad er niets meer voor gevoeld wordt om
nu weer over een compromis van de heer Mr. Jacobs te gaan praten.
Omdat het muziekonderwijs alleen maar gediend kan zijn met het
thans door burgemeester en wethouders gedane voorstel, gaat spre-
ker's fractie gaarne hiermede akkoord. In praten bestaat bij zijn
fractie geen vertrouwen meer.
Wethouder BASTIAENSEN zegt dat het duidelijk is dat een zeer
grote meerderheid van de raad de gevoelens van burgemeester en
wethouders delen.
In verband met de opmerking van de heer Van der Werff betreffen
de het snelle antwoord van de minister brengt hij in herinnering dat
burgemeester en wethouders aan de minister een herinneringsbrief
hebben gezonden omdat het zo lang duurde en dat het natuurlijk
een moeilijke zaak werd om in deze situatie iets te gaan onderne
men wat in het belang van het muziekonderwijs zou kunnen zijn.
Verschillende raadsleden, zo vervolgt spreker, hebben gesproken
over het rapport van Prof. Simons. Dit heeft men gehaald uit een
brief van Mr. Jacobs. Inderdaad hebben burgemeester en wethouders
bij hun beraad over deze aangelegenheid en ook met het oog opeen
eventuele procedure voor de Raad van State zich van de medewer
king verzekerd van een deskundige op dit gebied. Deze deskundige
is nu Prof. Simons. Spreker herinnert er aan dat dit dus een zaak
is die het beleid van burgemeester en wethouders betreft en waar
voor dit college dus geen verantwoording aan de raad behoeft af te
leggen. Nog minder dat burgemeester en wethouders in deze ver
gadering een inzicht zouden geven in de adviezen van Prof. Simons.
Hij kan zich voorstellen dat de andere partij graag zou weten wat
de juridische stellingen zijn, die prof. Simons aan het gemeente
bestuur wil voorstellen indien het tot een geschil zou komen tot
voor de Raad van State. De raad zal echter begrijpen dat het zeer
onverstandig zou zijn indien burgemeester en wethouders deze stel
lingen in het openbaar zou gaan mededelen, voordat het geschil
voor de raad van State zou dienen.
Spreker moet de raad er op attent maken dat de directeur en de ver
eniging van leraren geen nieuwe partijen zijn in deze kwestie. De
ze zijn vanaf het begin partij geweest en er hebben verschillende
malen gesprekken plaats gevonden met deze directie en vereniging.