17 JUNI 1964.
323
Zij zijn natuurlijk geen partij bij de kwestie tussen het schoolbestuur
en de gemeente, doch in de verschillende stukken, die zijn uitge
gaan is voldoende duidelij k gezegd hoe het standpunt van burgemees
ter en wethouders ten aanzien van directie en vereniging van leraren
was.
Indien hij ten aanzien van het compromis-voorstel nog een opmerking
wil maken, dan wil hij nogmaals onder de aandacht van de raad
brengen dat een compromis, dat niet eens zo ver gaat als datgene
wat de raad in zijn laatste vergadering voor acceptabel hield, geen
kans van slagen kan hebben.
Als kernpunt in het niet bereiken van een compromis kan worden
aangemerkt de benoeming van de directeur door de raad. Het voor
stel tot een compromis van Mr. Jacobs wijkt hiervan wederom af.
Men kan dan toch niet verwachten dat burgemeester en wethouders
in de raad daarop alsnog zouden terugkomen.
Spreker noemt dit geen compromis meer, maar een terugwijken van
datgene, wat definitief besloten is.
De heer QUADEKKER wenst nog even terug te komen opeen op
merking van wethouder Bastiaensen wanneer hij stelt zo burgemees
ter en wethouders aan Prof. Simons advies vragen, zij daarover geen
verantwoording behoeven af te leggen aan de raad en dat het reuze
dom zou zijn in het openbaar over dit advies te spreken. Met deze
stelling is spreker het eens, inderdaad behoeven burgemeester en
wethouders dit niet. Het ware wellicht beter geweest, wanneer bur
gemeester en wethouders op een gegeven moment aan de raad had
den medegedeeld dat zij het advies van Prof. Simons hadden inge
wonnen en dat zij zich aan dit advies konden refereren. Het zou
ook mogelijk geweest zijn dat in een geheime vergadering aan de
raad over dit advies mededeling was gedaan ook al zouden dan niet
alle details, die in het advies stonden vermeld, prijs gegeven zijn.
Bovendien merkt spreker op dat voor het besprokene in een besloten
vergadering geheimhouding geboden is.
Tenslotte zou spreker nog een ondeugende vraag aan burgemeester
en wethouders willen stellen nl.waar is het potje waaruit de kos
ten van deze adviezen van een hoogleraar worden betaald? Hij meent
dat dit wel tot de competentie van de raad behoort.
Hierna wordt besloten het schrijven van burgemeester en wethou
ders voor kennisgeving aan te nemen.
De VOORZITTER geeft hierna het woord aan wethouder Bastiaensen
tot het doen van een mondeling voorstel.
Wethouder BASTIAENSEN deelt mede, dat in verband met het
zo juist genomen besluit, burgemeester en wethouders aan de raad
het voorstel doen een krediet van 20.000, - beschikbaar te stellen
voor het treffen van maatregelen, die nodig zijn, in verband met