17 JUNI 1964. 337 is getracht hen het subsidiariteitsbeginsel aan het verstand te bren gen, maar het bestuur bleek het niet eens te zijn met hem en dat zouden zij wel schrijven, zo zegt spreker. Dit is niet gebeurd. Er is pas geschreven toen wellicht de kwestie rond het pupillentoer- nooi de emmer deed overlopen. Er is bij de sportstichting nooit enig gevoel van moeilijkheden met de vereniging Jeka geweest. Maar achteraf is nu gebleken dat Je- ka het met de sportstichting niet kan vinden. Spreker vindt dit een beetje nakaarten. Jeka had zich eigenlijk al leen moeten bepalen tot de kwestie over het pupillentoernooi. Hij zou daarover niet gesproken hebben, wanneer de heer Quadekker er niet naar had gevraagd. Zo ook de kwestie van de caravan, waarvan Jeka stelt dat zij zo laat mededeling kregen over het plaatsen van de caravan. Spreker benadrukt dat toen de brief uitging het bestuur van Jeka reeds te lefonisch was medegedeeld dat de caravan geplaatst kon worden. Toen de brief dus kwam, stond deze caravan er al. Bovendien was het niet zo iets geweldigs, want ze diende alleen om thee te zet ten. Voor kleedgebouwen had de gemeente al gezorgd, doormiddel van kleedwagens. Ook daarmede was de vereniging Jeka niet tevreden. Bovendien, zo zegt spreker, heeft de sportstichting met het al of niet plaatsen van een caravan, niets te maken. Deze toestemming moeten burgemeester en wethouders geven, die hierover eerst ad vies van openbare werken vragen. Indien er een kwestie is, waar bij de nodige spoed moet worden betracht, maakt de afdeling sport, waarin dus ook de directeur van de sportstichting zitting heeft, te lefonisch de zaak onmiddellijk in orde en dan kan het best gebeu ren dat een brief 3 of 4 weken later uitgaat. Hij brengt onder de aandacht van de raad dat veel werk op deze afdeling moet worden verricht voor vergaderingen van het dage lijks bestuur van de sportstichting. De klacht betreffende het spelen van een wedstrijd tegen een bui tenlandse club, wil spreker ook nog even onder de loipe nemen. Voorafwil hij stellen dat de sportstichting nooit vroeger dan naaf loop van het voetbal seizoen, toestemming kan geven voor derge lijke wedstrijden. Elke sportverenigingen weet echter dat de sport stichting alle moeite doet om ruimte te creBren teneinde de wed strijd te laten doorgaan en er is tot op heden nog altijd ruimte ge vonden. Voor de betrokken wedstrijd is dan ook op tijd toestem ming gegeven en de wedstrijd is doorgegaan. De berichten dienaan gaande zijn zo spoedig dit mogelijk was telefonisch doorgegeven en daarna schriftelijk bevestigt. Spreker gelooft dat de moeilijkheden, die in het schrijven vermeld worden, voorshands zijn opgelost en daarom wil hij in de raadsver gadering als zijn mening uitspreken dat de sportstichting misschien wel iets te ver is gegaan in hun zorg, maar anderzijds prijst hij het in de sportstichting dat zij verder zien dan alleen wat in de regle menten en voorschriften is geregeld en dat zij alles doet ten be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 337