-34-
15 JANUARI 1964.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13b. AANSCHAFFEN VAN AFZETMATERIALEN.
14. ONTTREKKING AAN HET VERKEER VAN EEN GEDEELTE VAN
DE DRIEKONINGENWEG.
15. MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 50 DER K.O.- WET.
16. BEPALING VAN DE PLAATS DER BOUW VAN EEN OPENBARE
KLEUTERSCHOOL IN BREDA-NOORD.
17. IDEM VAN EEN OPENBARE G.L.O.-SCHOOL.
18. MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 72 DER L. O. -WET 1920
19. VERLENEN VAN VOORSCHOTTEN EX ARTIKEL 101 DER L. O. -
WET 1920 VOOR HET JAAR 1964.
20. VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT EX ARTIKEL 34 VAN HET
"BESLUIT B.L.O. 1949" VOOR 1964.
21. SUBSIDIE KOSTEN LOGOPEDIST SCHOOL IMBECIELE KIN
DEREN WEERIJSSINGEL 1.
22. KREDIET VOOR DE INBOUW VAN HET SCHILDERS PRAKTIJK
LOKAAL VAN DE G.T.S.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig deze voor
stellen besloten.
23. SUBSIDIERING VAN SCHOOLMELK IN 1964.
De heer KROON merkt op dat over de schoolmelksubsidie al
veel is gepraat. Op pagina 2 van het voorstel hebben burgemees
ter en wethouders gesteld dat het hun niet noodzakelijk lijkt thans
een uitspraak ten principale te doen over de vraag of het rijk de
schoolmelksubsidie had moeten continueren. Vooralsnog moet een
praktisch standpunt worden ingenomen. Spreker kan daar iets voor
voelen. Hij wil ook wel een praktisch standpunt innemen, maar
dan in die zin dat hij er op dit ogenblik, gezien het budget, niets
voor voelt de post te verhogen. Dit vindt hij een zeer praktisch
standpunt en het wordt gesteund doordat het rijk, mede uit budget
taire overwegingen.de subsidie op deschoolmelk heeft afgeschaft.
Het is derhalve onjuist als een lager orgaan gaat zeggen: "Nu goed,
het rijk schaft dit subsidie af, dan zal ik als lager orgaan dit gaan
suppleren". Nu kan het college wel zeggen dat er maar tien scho
len zijn die deelnemen, maar uit de ter visie gelegde brief van
het comité voor de schoolmelkvoorziening is te zien dat er toch
