15 JANUARI 1964.
-35-
aan wordt gedacht dit aantal uit te breiden. De mogelijkheid zit
er in dat het subsidie dit of het volgend jaar verhoogd moet wor
den,
In het voorstel is zeer terecht gesteld dat dit subsidie uitsluitend
maar voor dit jaar gegeven wordt en dat het college zich nader
zal beraden voor het volgend jaar. Dat neemt niet weg dat spre
ker een principieel tegenstander van deze gesubsidieerde school-
melkvoorziening is. Hij meent dat zeer zeker op het ogenblik de
ouders in eerste instantie geroepen zijn om hun kinderen behoor
lijk te voeden.
Spreker wil nu geen principieel debat uitlokken, dat is er al eer
der geweest, maar hij wil de zaak van de praktische kant bekij
ken. Gezien de budgettaire positie is hij tegen het voorstel en hij
gaat niet mee met de voorgestelde verhoging.
De heer VAN DER WERFF wijst er op dat in de afdelingsverga
dering langdurig over deze aangelegenheid is gesproken. De be
denkingen nier aoor de heer Kroon geuit zouden ook ten dele door
hem zijn opgeworpen, ware het niet dat hij uitdrukkelijk in wil
stemmen met het standpunt van de wethouder. Dit standpunt houdt
in dat over het principe als zodanig niet moet worden gesproken
op grond van het feit dat het hier betreft het continueren van een
in genoemde scholen bestaand gebruik. Daarenboven betreft het
een aangelegenheid waarbij ook, gezien de genoemde scholen,
zekere sociale aspecten doorslaggevend zijn.
De heer VIS wil zich door de heer Kroon niet laten verleiden
om een principieel debat te gaan houden, In het voetspoor van
burgemeester en wethouders wil hij zich achter het voorstel scha
ren. Hij hoopt dat hij over zijn principiële houding in deze verder
geen uitspraak behoeft te doen. In een ander college dan dit heeft
hij al medegewerkt aan een bepaalde uitspraak. Hij gelooft dat
dit nu achterwege kan worden gelaten.
Een opmerking wil hij nog maken met betrekking tot wat de heer
Kroon heeft gezegd over het principe: dat wanneer een hoger or
gaan iets afschaft een lager orgaan dan niet moet gaan suppleren.
Spreker is van mening dat een lager orgaan een eigen verantwoor
delijkheid heeft. Hij gelooft dat er voor de heer Kroon geen en
kel argument is te vinden om deze subsidie niet te verlenen. Spre
ker wil zich graag aansluiten bij hetgeen door het college is voor-
elegd en hij spreekt de hoop uit dat wanneer er meer principiële
eslissingen worden genomen deze gaan in de richting die hij gaar
ne zou zien.
Wethouder VAN BOXTEL is het er mee eens dat nu niet over
zaken ten principale moet worden gepraat. Dan zou hij eventu
eel kunnen beginnen met de woorden die de heer Van der Werff
heeft gebruikt dat het ook denkbaar zou kunnen zijn dat er in het
college ook ten aanzien van dit voorstel verschil van mening zou