359
15 JULI 1964.
beplant is en dat zij daar iets van hebben willen maken. Verder
zegt hij, dat hij vanwege het ontbreken van de bewuste brief niet
weet hoeveel mensen dit nu wel willen en hoeveel mensen dit nu
niet willen.
De heer MELZER vindt het ook een eigenaardige situatie en wel
hierom. De jeugd vernielt een plantsoen, met toestemming van de
politie overigens, en dan wordt er gezegd: "Nu maken we voor jul
lie een speelterrein". Als hij goed is ingelicht stellen de bewoners
het behoud van het plantsoen op prijs. Het euvel van het voetballen
zou men kunnen voorkomen door van het plantsoen een geheel te
maken en er wat paden door te leggen. Verder is spreker het eens met
de mededeling van de heer Vis, dat het toch wel goed was geweest
als het schrijven van de bewoners ter inzage was geweest. Als er
keuze is tussen het maken van een shotveld of een parkeerterrein
zou spreker er een parkeerterrein van maken, omdat er ter plaatse
ook veel behoefte aan parkeermogelijkheden bestaat.
Mevrouw DE BONTE, gelooft, dat alle leden hierover wel een
verschillende mening kunnen hebben. Het gemeentebestuur is ertoe
overgegaan in de gemeente diverse plantsoenen vrij te geven voor
de jeugd om er op te spelen.
Het gevolg is geweest, aldus spreekster, dat de stad er lang niet
zoveel verwaarloosder door uitziet als voorheen. Op bedoeld plein
tje zou de een graag een plantsoen zien en de ander een parkeer
terrein. Zij zou het niet gek vinden, om in die omgeving, waar
zoveel gebrek aan speelgelegenheid is, een grasveldje aan te leg
gen.
De kinderen zouden daarop rustig kunnen spelen, zonder dat de men
sen zich daaraan behoeven te ergeren. Overal elders bevalt het ook
goed.
De heer QUADEKKER maakt bezwaar tegen de opmerking van
mevrouw De Bonte, dat de stad er daardoor niet zoveel verwaar
loosder uitziet dan voorheen.
Mevrouw DE BONTE, zegt bedoeld te hebben, dat de stad nu
niet verwaarloosd is.
Wethouder VERMEULEN zegt het met de sprekers te betreuren
dat de betreffende brief niet ter inzage heeft gelegen. Overigens
gelooft hij, dat het uit bestuurlijk oogpunt uiteraard van belang is
te weten hoe de bewoners er over denken, doch hij meent tevens
dat het gemeentebestuur een eigen verantwoordelijkheid heeft, af
gezien van de vraag wat de bewoners er van vinden.
Men kan zeggen dat de oorzaak van het probleem.dat we nu aan
pakken of liever de aanleiding de voetballende jeugd is geweest,
waardoor de bewoners zich bij ons hebben beklaagd. Van gemeen
tezijde heeft men de situatie ter plaatse opgenomen, zegt spreker,