378
15 juli 1964.
alleen maar een perfecte bouw kan plaats vinden op de wijze zo
als thans voorgesteld wordt. Hij is blij, dat de bouw op gang komt
en hij hoopt, dat het huis vlugger klaar kan komen dan de veron
derstellingen zijn.
De heer VAN CASTEREN zegt ook wel akkoord te kunnen gaan
met de argumenten, die in het voorstel genoemd zijn en die wel
zeer in het voordeel van een bouw door de gemeente zijn uitgeval
len. Hij betreurt wel, dat de financiële consequenties hiervan slechts
summier zijn aangeduid. Er wordt gesteld dat er een bedrag van
60. 000, - aan rijkssubsidie verloren gaat. Spreker meent dat dit
edrag naar de maatstaven voor 1964 hoger zal zijn en te zijner
tijd wel 30% hoger kan worden, want dit zijn schaalbedragen, die
jaarlijks veranderen. Bovendien wordt er niet gerept over de moge
lijkheid, die de provincie Noord-Brabant heeft om voor dit soort
huizen een bepaalde bijdrage te verlenen. Dit is 10%van de bouw
som met een maximum van 15. 000, -. Dan zitten er nog verder
gaande consequenties aan vast, waarvan spreker het voor een goede
beoordeling belangrijk zou vinden als die in het voorstel vermeld
waren.
Spreker heeft die consequenties voor zichzelf nagegaan en hij raadt
het college aan deze in verband met de financiële positie van de
gemeente ook eens te laten uitzoeken, waarbij hij echter voorop
stelt, dat de bouw door de gemeente in dit geval toch echt wel de
voorkeur verdient, al moet hij de heer Quadekker corrigeren, waar
deze zegt dat het particulier initiatief 10%van de totale bouwsom
moet opbrengen. Dit is natuurlijk niet juist, want als het rijk sub
sidieert, dan zal het dat doen op een aanmerkelijk mindere bouw
som als waarvan hier sprake is. Het rijk zou kunnen participeren in
een deel van de bouw en dan zou slechts geëist kunnen worden dat
10% werd opgebracht over dat deel.
De heer SPANJER zegt, dat het hem bekend is, dat het eerste
contact tussen het gemeentebestuur en de bewoners van Tuinzigt
in 1962 plaats vond. In de sindsdien verlopen 2 jaar is er een in
ventarisatie over deze wijk geschreven en zijnde plannen voor een
schets-ontwerp klaar gekomen. Als dit tempo ook verder aange
houden wordt zal dit het snelst tot stand gekomen gemeenschaps
huis in Breda zijn. Dit moet wel aanspreken als men weet, dat el
ders dergelijke plannen moeizaam van de grond komen. Een deel
van de argumenten voor die snelheid wil spreker zoeken in de wij
ze, waarop het college de financiële opzet heeft proberen te vin
den n. 1. door af te zien van de rijksbijdrage. Hij wil helemaal
niet in discussie treden over de vraag, over welk bedrag die 10%
berekend moeten worden, hoewel dat voor hem ook nog een vraag
is. Spreker meent, dat die 10% niet door de bevolking van die wijk
bijgedragen kunnen worden hij meent bovendien, dat het niet juist
is om een dergelijke last op de bewoners van een bepaalde wijk te
leggen.