383 15 JULI 1964. De heer VAN GASTEL attendeert er op, dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag of in het principe-besluit "door de gemeente" kan worden weggelaten. De heer VAN LOON merkt ten aanzien van die 40. 000, - nog op, dat hij het met de wethouder eens is, dat het uiteindelijk het zelfde blijft. Hij is echter van mening, dat het principe niet het zelfde is. Als openbare werken zich laat adviseren kunnen ze dat even goed aan de architect overlaten. Dat betekent dan dat open bare werken er geen bemoeienis mee heeft. Wethouder VAN BIJNEN heeft begrepen, dat de heer Van Cas teren geen bezwaar tegen het voorstel heeft, maar dat hij in de financieel technische uitwerking voor wat de verstrekte inlichtin gen betreft, niet helemaal voldaan is. Hij zegt, dat men bij dit plan is uitgegaan van de gedachte, dat door de mensen zelf geen 10% opgebracht kan worden. Als nu gesteld wordt, dat voor een gebouw van 3 h 4 ton de bijdrage maar 32. 000, - zou bedragen, zegt hij, dat zelfs die 32. 000, - niet opgebracht kunnen worden. Bovendien komt er dan een gemeenschapshuis, dat op geen stuk ken na zo is als het thans geplande. Met theoretiseren schieten we niets op als we het praktisch moeten doen zoals in het voorstel staat, aldus spreker. Aan de heer Van Gastel antwoordt hij, dat de woorden "door de gemeente" niet geschrapt kunnen worden uit het principe-besluit, omdat juist besloten wordt, dat de gemeente bouwt, omdat het geld es anders niet kan komen en vanwege de beperkingen, die anders opgelegd zullen worden. Ten aanzien van de opmerking van de heer Van Loon over die 40. 000, - zegt spreker, dat openbare werken wel degelijk be moeienis met de realisatie van het gebouw zal hebben. Hij dankt de leden, die waarderende woorden aan het adres van het college gericht hebben voor de snelle aanbieding van dit plan en hij hoopt er in te slagen dit gebouw spoedig van de grond te krijgen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten. 37. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN RENTELOZE GELDLENING AAN DE STICHTING PROTESTANTS JEUGDWERK BREDA 38. MEDEDELING AAN GEDEPUTEERDE STATEN DAT INGESTEMD WORDT MET VERZOEK VAN DE RAAD VAN PRINSENBEEK INZAKE WIJZIGING VAN DE GEMEENTEGRENS TUSSEN PRIN SENBEEK EN BREDA. 39. HET AANGAANVAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VER WERVING VAN ONROEREND GOED.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 383